[Artikel 4:132]

[Eindtekst]

Dit artikel is met ingang van […] ingevoegd bij wet van […] (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten; kamerstukken 32 621).

VO [4.5.7] Indien hoger beroep is ingesteld tegen een uitspraak over een besluit omtrent nadeelcompensatie als bedoeld in deze titel, verwijst de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de behandeling naar een andere hogerberoepsrechter, indien de behandeling van het hoger beroep door deze rechter naar haar oordeel gewenst is. Artikel 8:13, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Voorstel van wet

Artikel 4:132
Indien een besluit op een aanvraag als bedoeld in artikel 4:126 betrekking heeft op schade, veroorzaakt door een besluit, dan wel een handeling ter uitvoering daarvan, waartegen slechts beroep openstaat bij één rechtbank, is in afwijking van artikel 8:7 slechts diezelfde rechtbank bevoegd kennis te nemen van een beroep tegen dat besluit.

Memorie van toelichting

Rechtsbescherming tegen besluiten op grond van artikel 4:125 geschiedt in beginsel volgens het algemene stelsel in de Awb. Na bezwaar is beroep mogelijk bij de rechtbank, waarna hoger beroep kan worden ingesteld. Welke rechtbank bevoegd is, wordt in beginsel bepaald volgens de gewone regels van artikel 8:7 Awb. Dit betekent dat in de meeste gevallen alle negentien rechtbanken kunnen worden geroepen om te oordelen over nadeelcompensatiebesluiten.
Voor een aantal wetten geldt echter dat het beroep tegen besluiten op grond van die wetten, is geconcentreerd bij één rechtbank (zie hoofdstuk 3 van Bijlage 2 bij de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (artikelen 6–8). In de meeste gevallen gaat het dan om wetten op het terrein van het economisch bestuursrecht (artikel 7), waarvoor geldt dat het beroep is geconcentreerd bij de rechtbank Rotterdam. Dit betekent dat de rechterlijke deskundigheid op het gebied van die wetten ook is gecontreerd bij die rechtbank. Omdat in sommige gevallen de beoordeling van een verzoek op grond van artikel 4:126 moeilijk los kan worden gezien van de beoordeling van het schadeveroorzakende complex van handelingen en besluiten en ook soortgelijke deskundigheid vergt (vgl. CBb 5 april 2001, LJN-nr. AT4971), bepaalt artikel 4:132 voor dergelijke gevallen dat de rechtbank die als enige bevoegd is te oordelen over het schadeveroorzakende besluit, dan wel het besluit tot uitvoering waarvan de schadeveroorzakende handelingen strekken, ook als enige bevoegd is te oordelen over een beroep tegen het nadeelcompensatiebesluit.
In artikel I, onderdelen L tot en met N van dit wetsvoorstel is een soortgelijke voorziening getroffen voor het hoger beroep. De hoofdregel is dat dit hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (art. 8:104 Wet aanpassing bestuursprocesrecht). Onder het huidige recht is de Afdeling bestuursrechtspraak al de bestuursrechter die de meeste zaken over schadevergoeding door rechtmatig overheidshandelen (in eerste aanleg of appel) behandelt. Om die reden is de Afdeling bestuursrechtspraak in de meeste gevallen ook de meest aangewezen bestuursrechter om over het hoger beroep inzake het nadeelcompensatiebesluit te oordelen. Dit ligt echter anders indien de beweerde schade is veroorzaakt door een besluit, dan wel een handeling ter uitvoering daarvan, waarover in hoogste instantie het College van Beroep voor het bedrijfsleven, de Centrale Raad van Beroep of een gerechtshof oordeelt. In verband met de samenhang tussen schadeoorzaak en nadeelcompensatiebesluit is het dan beter dat het desbetreffende rechterlijke college ook over het nadeelcompensatiebesluit in hoogste instantie oordeelt.

Nota van wijziging

In onderdeel A (titel 4.5) vervalt artikel 4:132.

 

De inhoud van artikel 4:132 is verplaatst naar artikel 8:6, tweede lid (nieuw). Zie de toelichting bij die wijziging.

Share This