Artikel 10:38

1. Een besluit dat nog goedkeuring behoeft, kan niet worden vernietigd.
2. Een besluit waartegen bezwaar of beroep openstaat of aan­hangig is, kan niet worden vernietigd.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1998 ingevoerd bij wet van 20 juni 1996 Stb. 333 (wetsvoorstel 23 700)

[bron: PG Awb III, p. 488]

VO = VvW  [1A.2.2.6]

Tekst RvS = VvW

VvW = Eindtekst

Memorie van toelichting

Deze bepaling legt de relatie tussen vernie­tiging en goedkeu­ring en tussen vernietiging en bezwaar en beroep vast. (Vgl. artikel 270 Gemeente­wet). Zolang het preven­tief toezicht niet is afgerond, komt repres­sief toezicht niet aan de orde. Zou dit an­ders zijn, dan doorkruist een tot vernieti­ging bevoegd orgaan mogelijk de verantwoorde­lijkheid van een tot goedkeuring bevoegd orgaan, hetgeen ongewenst is. Bovendien is het uit het oogpunt van bestuur­lij­ke efficiëncy evenmin gewenst dat al oordeelsvor­ming plaats­vindt over een besluit dat – wegens het ontbreken van goedkeu­ring – nog geen rechts­kracht heeft.
Mutatis mutandis geldt het bovenstaande ook voor de relatie tussen het tot vernietiging bevoegde orgaan en het bestuursor­gaan dan wel de rechter die zich nog over een besluit dient uit te spreken. Men zou zich kunnen afvragen of in het laatste geval de toezichthouder niet de bevoegd­heid dient toe te komen om hangende de procedure het besluit te vernietigen wegens strijd met het algemeen belang. Daaraan mag de rechter immers niet toetsen. De schotten tussen de rechtmatigheidstoetsing en de toetsing aan het algemeen belang zijn echter niet waterdicht, waardoor het toch niet uitgesloten is dat de toezichthouder daarmede in het vaarwater van de rechter komt. Nu hangende de beroepsprocedu­re aan de toezichthou­der wel het schorsingsinstrument ter beschikking staat, is er ook geen bezwaar tegen dat deze met een eventuele vernietiging moet wachten tot na afloop van de procedure bij de rechter.

 

 

 

Share This