Artikel 10:43

Hangende het onderzoek of er reden is tot vernietiging over te gaan, kan een besluit door het tot vernietiging be­voegde bestuursorgaan worden geschorst.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1998 ingevoerd bij wet van 20 juni 1996 Stb. 333 (wetsvoorstel 23 700)

[bron: PG Awb III, p. 492]

Voorontwerp

Hangende het onderzoek of er reden is tot vernietiging over te gaan, kan een besluit worden geschorst.

Tekst RvS = VvW [1A.2.3.1]

Advies RvS

3.9. Door wijziging van artikel 1A.2.3.1 ware buiten twijfel te stellen dat het in die bepaling vermelde onderzoek of er reden is tot vernietiging over te gaan betrekking heeft op een vernietiging door het bestuursorgaan als geregeld in afdeling 1.4.2, en niet op een vernietiging op bezwaar of beroep. Het accessoire karakter van de schorsing ten opzichte van de vernietiging door het bestuursorgaan kan overigens ook worden uitgedrukt door het artikel 1A.2.2.1 niet slechts op afdeling 1.4.2 maar ook op afdeling 1.4.3 te betrekken. De Raad adviseert, de tekst van de vermelde artikelen lettend op het voorgaande opnieuw te overwegen.

Nader rapport

3.9. Wij zijn van oordeel dat het advies van de Raad niet dient te worden gevolgd. Nu afdeling 10.2.3 tezamen met afdeling 10.2.2 over vernie­tiging onderdeel uit­maakt van titel 10.2 kan verwarr­ing omtrent de reik­wijdte van afdeling 10.2.3, zoals door de Raad wordt gevreesd, naar ons oordeel niet licht ontstaan.

VvW = Eindtekst

Memorie van toelichting

Vernietiging is een zwaar middel. Het grijpt immers in de bevoegdheid van autonome be­stuursorganen in. Er is derhalve alle reden grondig na te gaan of er sprake is van strijd met het recht of het algemeen belang en, zo ja, of er in casu voldoen­de reden tot vernie­tiging is.
Er zal enige tijd mee zijn gemoeid voordat het tot ver­nieti­ging bevoegde bestuursorgaan tot een eindoordeel en een uit­spraak over deze vragen kan komen. Het kan gewenst zijn gedu­rende die tijd de (verdere) werking van het besluit in kwestie tegen te gaan. Het onderhavige artikel biedt daarom de moge­lijkheid het besluit te schorsen «hangende het onder­zoek of er reden is tot vernietiging over te gaan». Schorsing is derhalve een accessoir middel. Het is geen zelfstandig middel voor het uitoefenen van toezicht op bestuursorganen.
Schorsing zal niet altijd nodig zijn. Indien een besluit bij voorbeeld nog niet in werking is getreden, is er geen aanleiding het te schorsen.
In het voorontwerp was niet geregeld aan wie de bevoegdheid toekomt een besluit te schorsen. Het ligt naar ons oordeel voor de hand dat deze bevoegdheid toekomt aan het bestuursorgaan dat de vernietigingsbevoegdheid heeft. Het onderhavige artikel is dienovereen­komstig aangevuld.

Share This