Artikel 2:13

1. In het verkeer tussen burgers en bestuursorganen kan een bericht elektronisch worden verzonden, mits de bepalingen van deze afdeling in acht worden genomen.
2. Het eerste lid geldt niet, indien:
a. dit bij of krachtens wettelijk voorschrift is bepaald, of
b. een vormvoorschrift zich tegen elektronische verzending verzet.

 

Dit artikel is met ingang van 1 juli 2004 ingevoegd bij wet van 29 april 2004 Stb. 214 (wetsvoorstel 28 483)
Voorontwerp [2.3.0]

1. In het verkeer tussen burgers en bestuursorganen kunnen berichten elektronisch worden verzonden mits de bepalingen van deze afdeling in acht worden genomen.
2. Tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing indien schriftelijke verzending, kennisgeving in een blad of terinzagelegging is voorgeschreven.

Nader rapport

Inmiddels zijn de eerste ervaringen opgedaan met het opstellen van een aanpassingswet op het niveau van de wet in formele zin. Naar aanleiding hiervan is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de redactie van het tweede lid van artikel 2:13 te herzien. Aldus kan voor het elektronisch bestuurlijk verkeer een betere en meer eenvoudige aansluiting tussen de Awb en de bijzondere bestuurswetgeving worden verkregen.

VvW=Eindtekst

Memorie van toelichting

Artikel 2:13, eerste lid (Verzending langs elektronische weg)
Deze bepaling strekt ertoe de bepalingen van afdeling 2.3 van toepassing te doen zijn op verkeer langs elektronische weg. Elektronisch bestuurlijk verkeer is alleen geoorloofd indien aan de eisen van deze afdeling is voldaan.
Deze bepaling heeft betrekking op verzending in de ruimste zin van het woord. Het betreft het langs elektronische weg in kennis stellen, kennisgeven, ver-, toe-, door- en terugzenden, mededelen, bevestigen, aanzeggen, naar voren brengen, indienen, enzovoorts. Onder het verzenden langs elektronische weg wordt iedere vorm van elektronische gegevensuitwisseling met een ander verstaan. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om het langs elektronische weg indienen of overleggen van bepaalde stukken, zoals het indienen van een bezwaarschrift of het overleggen van een afschrift. Het betreft zowel de verzending aan bepaalde geadresseerden als de kennisgeving die niet tot een of meer geadresseerden is gericht. Onder verzenden langs elektronische weg is bijvoorbeeld zowel te begrijpen het versturen van een e-mailbericht als het plaatsen van een stuk op een website. Daarmee wordt in deze regeling het woord «verzenden» in een ietwat ruimere zin gebruikt dan in het alledaagse spraakgebruik gangbaar is. In de elektronische wereld bestaat er feitelijk geen verschil tussen terinzagelegging en kennisgeving door middel van publicatie. In deze afdeling wordt de term «verzending» gehanteerd, ongeacht of het nu gaat om verzending in de gebruikelijke zin van het woord, dan wel om publicatie, om terinzagelegging of om kennisgeving op een andere wijze. Met de woorden «in het verkeer tussen burgers en bestuursorganen» wordt nog eens – men vergelijke de titel van hoofdstuk 2 – benadrukt dat deze regeling betrekking heeft op het verkeer langs elektronische weg tussen burgers en bestuursorganen en tussen bestuursorganen onderling. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op het verkeer met de rechter.
Artikel 2:13, tweede lid (Verbod van elektronisch verkeer) Deze bepaling strekt ertoe tot uitdrukking te brengen wanneer elektronisch verkeer niet is toegestaan. In de eerste plaats is dit het geval wanneer zulks bij of krachtens de wet is uitgesloten. In de bestuursrechtelijke wetgeving kan zijn voorgeschreven dat de elektronische weg niet is geoorloofd. Met het woordje «krachtens» in onderdeel a wordt tot uitdrukking gebracht dat een dergelijk verbod ook in een besluit kan zijn opgenomen, bijvoorbeeld in een vergunningvoorschrift. Naast situaties waar wetgever of bestuur zich uitdrukkelijk hebben uitgelaten over de toelaatbaarheid van de elektronische weg, zijn er ook gevallen waarin zij dat niet hebben gedaan. Daarop heeft onderdeel b betrekking. Niet uitgesloten is dat de aard van de voorgeschreven verzending aan elektronisch verkeer in de weg staat. Zoals in het algemeen deel van deze toelichting is uiteengezet, is bepalend welke functie de vormvoorschriften vervullen en in hoeverre die functie ook langs elektronische weg kan worden gerealiseerd. Vormvoorschriften staan dus niet zonder meer aan elektronisch verkeer in de weg. Indien in een wettelijk voorschrift wordt bepaald dat van een stuk mededeling wordt gedaan in een bepaald blad, bijvoorbeeld in de Staatscourant, heeft dat tot functie algemene bekendheid aan dat stuk te geven. Zulks kan in beginsel ook langs elektronische weg geschieden, mits de juiste manier wordt gekozen; publicatie op een goed toegankelijke website is hiermee functioneel equivalent. (Terzijde zij opgemerkt dat ingevolge artikel 2:14, tweede lid, deze publicatie niet uitsluitend langs elektronische weg mag geschieden.) Indien bijvoorbeeld verzending «per brief» is voorgeschreven, hetgeen regelmatig voorkomt, kan dit in beginsel eveneens langs elektronische weg gebeuren, want er zijn vormen van elektronische verzending die dezelfde waarborgen bieden als een papieren brief. Wanneer echter een aanplakverplichting is voorgeschreven, ligt het eraan wat de functie van het aanplakken is. De ouderwetse verplichting tot aanplakken aan het gemeentehuis heeft slechts de functie van «het moet voor een ieder kenbaar zijn». In dat geval kan plaatsing op een website functioneel equivalent en dus toegestaan zijn. Maar indien is voorgeschreven dat een besluit moet worden aangeplakt aan het object waarop het betrekking heeft (het klassieke bordje «onbewoonbaar verklaard»), dan heeft de wetgever het kennelijk nodig geacht dat het besluit aan het object zelf zichtbaar was. Dit laatste is langs elektronische weg niet te bereiken, dus dan mag het niet elektronisch plaatsvinden. Niet uitgesloten is overigens dat «aanplakken aan het object» in de toekomst wel goed langs elektronische weg mogelijk is; dit is afhankelijk van de ontwikkelingen van de techniek. Deze bepaling is derhalve in het bijzonder van belang met het oog op de verhouding tussen bijzondere bestuurswetgeving en de Awb. In bestuurswetgeving worden immers meer dan eens vormvoorschriften gesteld aan de wijze waarop het berichtenverkeer dient plaats te vinden. Voorts is deze bepaling van belang indien in beschikkingvoorschriften vormvereisten worden gesteld.

Verslag

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan aangeven wat precies onder «bericht» dient te worden verstaan? Valt een sms bericht hier ook onder?

Nota naar aanleiding van het verslag

De leden van de CDA-fractie vragen of kan worden aangegeven wat precies onder «bericht» dient te worden verstaan. Het begrip «elektronisch bericht» wordt ruim opgevat. Het gaat om iedere vorm van verzending die langs elektronische weg plaatsvindt. Het kan gaan om e-mailen, internetten, faxen enz. Zoals hiervoor reeds aan de orde kwam, is ook een sms-bericht een elektronisch bericht.

 

Share This