Artikel 2:14

1. Een bestuursorgaan kan een bericht dat tot een of meer geadresseerden is gericht, elektronisch verzenden voor zover de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is.
2. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, geschiedt de verzending van berichten die niet tot een of meer geadresseerden zijn gericht, niet uitsluitend elektronisch.
3. Indien een bestuursorgaan een bericht elektronisch verzendt, geschiedt dit op een voldoende betrouwbare en vertrouwelijke manier, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.

 

Dit artikel is met ingang van 1 juli 2004 ingevoegd bij wet van 29 april 2004 Stb. 214 (wetsvoorstel 28 483)

VO [2.3.1] =VvW

VvW=Eindtekst

Memorie van toelichting 

Artikel 2:14, eerste lid (Verzending aan geadresseerde)
Deze bepaling strekt ertoe de nevenschikking ten aanzien van de verzending aan een of meer geadresseerden tot uitdrukking te brengen. Met de zinsnede «tot een of meer geadresseerden» wordt aangesloten bij de bewoordingen van artikel 3:41, eerste lid. Men zie het algemeen deel van deze toelichting voor de keuze voor de term «geadresseerde» in plaats van «belanghebbende». Teneinde een bericht langs elektronische weg te mogen verzenden, is vereist dat de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs die weg voldoende bereikbaar is. De wettekst stelt geen eisen aan de wijze van kenbaarmaking. De kenbaarmaking kan meer of minder uitdrukkelijk geschieden. De geadresseerde zal moeten aangeven op welk elektronisch postadres hij bereikbaar is. Vergeleken met een conventionele omgeving is het op de elektronische snelweg immers veel eenvoudiger om een postadres te wijzigen of om over meer postadressen te beschikken. Men zie meer uitvoerig het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel 2:14, tweede lid (Openbare kennisgeving)
Deze bepaling strekt ertoe de nevenschikking ten aanzien van de openbare kennisgeving en de terinzagelegging tot uitdrukking te brengen. Met de zinsnede «niet tot een of meer geadresseerden» wordt aangesloten bij de bewoordingen van artikel 3:42, eerste lid. Men zie hierboven voor de keuze voor de term «geadresseerde» in plaats van «belanghebbende». Openbare kennisgeving vindt niet uitsluitend plaats langs elektronische weg. Dit houdt in dat, naast de openbare kennisgeving langs elektronische weg, de kennisgeving plaatsvindt in een van overheidswege uitgegeven informatieblad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze (men vergelijke artikel 3:12 en 3:42). In de elektronische wereld bestaat er feitelijk geen verschil tussen de terinzagelegging en de openbare kennisgeving. Onder de verzending van een bericht dat niet tot een of meer geadresseerden is gericht, is derhalve ook de elektronische terinzagelegging te begrijpen. Op grond van deze bepaling mag een stuk niet uitsluitend langs elektronische weg ter inzage worden gelegd. Dit betekent dat het tevens mogelijk moet zijn het stuk ter plaatse op conventionele wijze in te zien. In die gevallen dat van de kring van betrokkenen in redelijkheid bekend is dat niemand behoefte heeft aan een schriftelijke openbare kennisgeving, kan bij wettelijk voorschrift een uitzondering op het uitgangspunt van de nevenschikking worden gemaakt. Te denken valt aan de openbaarmaking van besluiten die gericht zijn tot een op het terrein van de automatisering werkzame bedrijfstak.

Artikel 2:14, derde lid (Betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid)
Deze bepaling geeft aan dat wanneer een bestuursorgaan langs elektronische weg communiceert, dat op een betrouwbare en vertrouwelijke manier dient te gebeuren. Voor wat moet worden verstaan onder een «voldoende betrouwbare en vertrouwelijke manier» zij verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting. Van voldoende mate van betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid is sprake indien de veiligheid even groot is vergeleken met de situatie dat er van de conventionele weg zou worden gebruik gemaakt. Het risico van de verzending langs elektronische weg ligt bij de verzender, tenzij komt vast te staan dat het probleem is veroorzaakt door de ontvanger. Indien de betrouwbaarheid of de vertrouwelijkheid wordt betwijfeld, kan de geadresseerde om een schriftelijk afschrift verzoeken. Voor de vaststelling of het bericht op een voldoende betrouwbare en vertrouwelijke manier langs elektronische weg is verzonden, dient acht te worden geslagen op de aard, inhoud en doel van het bericht. Aan een eenvoudige mededeling worden minder hoge eisen gesteld dan aan een officieel document. Bij de aard en inhoud dient aan het soort document te worden gedacht. Bevat het bericht bijvoorbeeld privacy-gevoeligeinformatie? Bij het doel van de verzending dient ook acht te worden geslagen op de reikwijdte ervan. Is er bijvoorbeeld sprake van een openbare kennisgeving of van toezending aan een geadresseerde? Bij openbare kennisgeving speelt de vertrouwelijkheid uiteraard geen rol, maar de betrouwbaarheid wel.

Verslag

Artikel 2:14 lid 2
De leden van de Groenlinks-fractie vragen op welke wijze de geadresseerde voldoende kenbaar heeft gemaakt dat hij via het elektronische berichtenverkeer berichten wil ontvangen. Volstaat daarbij dat de afzender bij zijn persoonsgegevens een e-mailadres of een faxnummer noemt, zo vragen deze leden.

Nota naar aanleiding van het verslag

Artikel 2:14 lid 1
De leden van de Groenlinks-fractie vragen op welke wijze de geadresseerde voldoende kenbaar heeft gemaakt dat hij via het elektronische berichtenverkeer berichten wil ontvangen. Wanneer de afzender bij zijn persoonsgegevens een e-mailadres opgeeft, mag er niet steeds zonder meer van uit worden gegaan, dat hij als geadresseerde voldoende bereikbaar is. Een burger die elektronisch bereikbaar was hoeft dat niet te blijven. Het is, vergeleken met een conventionele omgeving, op de elektronische snelweg veel eenvoudiger om een postadres te wijzigen of om over meer postadressen te beschikken. Ook het tijdsverloop tussen het oorspronkelijke bericht en de reactie speelt een rol. Naarmate meer tijd verstreken is, kan er minder van worden uitgegaan dat de afzender op het oorspronkelijke adres van verzending bereikbaar is. De geadresseerde zal derhalve moeten aangeven of hij voor een bepaald bericht of een bepaalde berichtenuitwisseling elektronisch bereikbaar is en op welk elektronisch postadres dat is. Voor een faxnummer ligt dit anders. Een faxnummer is over het algemeen bestendiger dan een e-mailadres. Om die reden zal wanneer de afzender zijn faxnummer opgeeft, in beginsel wel van voldoende bereikbaarheid kunnen worden uitgegaan.

 

Share This