Artikel 3:48

1. De vermelding van de motivering kan achterwege blijven indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.
2. Verzoekt een belanghebbende binnen een redelijke termijn om de motivering, dan wordt deze zo spoedig mogelijk verstrekt.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1994 ingevoerd bij wet van 4 juni 1992 Stb. 315 (wetsvoorstel 21 221)

[bron: PG Awb I, p. 273]

[Eindtekst] Artikel 4:18 [4.1.4.4]
1. De vermelding van de motivering kan achterwege blijven indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.
2. Verzoekt een belanghebbende binnen een redelijke termijn echter om de motivering, dan wordt deze zo spoedig mogelijk verstrekt.

VO = VvW

Tekst RvS = VvW

VvW = Eindtekst

Memorie van toelichting

Er zijn zeer veel situaties voorstelbaar waarin een (volledige) vermelding van de motivering overbodig is. Dat is het geval als geen enkele belanghebbende behoefte heeft aan vermelding van de motivering, bij voorbeeld omdat niemand door de beschikking geschaad of belast wordt, omdat de beschikking conform de aanvraag is of omdat de beschikking reeds lang aangekondigd was, en de motivering reeds lang bekend was, zonder dat iemand bezwaar tegen de beslissing zal hebben. Het onderhavige artikel biedt door zijn formulering een flexibele mogelijkheid vermelding van de motivering geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.
Voor een voorbeeld uit de wetgeving kan gewezen worden op artikel 33, eerste en tweede lid, van de Algemene Bijstandswet, waarin bepaald is dat een beschikking op de aanvrage om bijstand met redenen omkleed wordt, indien zij anders dan overeenkomstig de aanvraag luidt. Indien de beschikking overeenkomstig de aanvraag luidt, zal er in het algemeen immers geen behoefte bestaan aan de motivering.
Het tweede lid van dit artikel stelt echter veilig dat als een belanghebbende toch belangstelling voor de motivering heeft, hoewel het bestuursorgaan mocht menen dat dat niet het geval zou zijn, de motivering alsnog verstrekt moet worden. Een verzoek daartoe moet echter wel binnen redelijke termijn worden ingediend, omdat bestuursorganen na een langere periode niet altijd meer in staat zullen zijn de oorspronkelijk niet op schrift gestelde motivering te achterhalen.

Voorlopig verslag II

[2.140] De omvang van de motivering is afhankelijk van de belangen van de aanvrager, eventuele derden en het overheidsorgaan. De aan de motivering te stellen eisen zullen dan ook slechts per geval kunnen worden geconcretiseerd.
Is de regering van mening dat, gezien het bovenstaande, de mogelijkheid tot het achterwege laten van een motivering niet wettelijk dient te worden vastgelegd, zo vroegen de leden van de commissies behoudens de leden van de fracties van D66 en het G.P.V..

Memorie van antwoord II

(2.140) De vraag hoe omvangrijk de vermelding van de motivering in een bepaald geval moet zijn, moet goed worden onderscheiden van de vraag of aan vermelding van de motivering überhaupt wel behoefte bestaat. De eerste vraag betreft de mate van inzichtelijkheid en begrijpelijkheid van de motivering en kan in verschillende gevallen verschillend worden beantwoord. Daarom kan daarvoor niet een algemeen criterium worden gegeven.
De tweede vraag is veel eenvoudiger te beantwoorden. Indien iemand een beschikking aanvraagt waarbij de belangen van niemand anders zijn betrokken, en het bestuursorgaan beslist conform de aanvraag, zal er in het algemeen geen enkele behoefte bestaan aan vermelding van de motivering van de beschikking. In zo'n geval zal het bestuursorgaan vermelding in haar geheel achterwege kunnen laten. Wanneer de belanghebbende de motivering echter toch wenst te vernemen kan hij een beroep doen op het tweede lid van het onderhavige artikel. Het bestuursorgaan moet de motivering dan alsnog zo spoedig mogelijk verstrekken. Hoe omvangrijk de motivering dan is, is weer een zelfstandige vraag.
Schrapping van artikel 4.1.4.4 zou het risico in zich bergen dat het motiveringsvereiste op een wel zeer sterk hellend vlak zou komen. In de gevallen als hierboven bedoeld, zou dan immers toch een formele motivering worden gegeven, die die naam in feite niet verdient. In zo'n geval is het beter dat het bestuursorgaan de motivering in zijn geheel achterwege laat en deze alleen op verzoek alsnog vermeldt, maar dan een motivering die wel aan de maatstaven voldoet.

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1998 ingevoegd bij wet van 20 juni 1996 Stb. 333 (wetsvoorstel 23 700)

[bron: PG Awb III, p. 156]

[Eindtekst] Artikel 3:48
1. De vermelding van de motivering kan achterwege blijven indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.
2. Verzoekt een belanghebbende binnen een redelijke termijn om de motivering, dan wordt deze zo spoedig mogelijk verstrekt.

VO = VvW, behoudens het tweede lid, dat in het VO luidde:
2. Verzoekt een belanghebbende binnen een redelijke termijn echter om de motivering, dan wordt deze zo spoedig mogelijk verstrekt.

Tekst RvS = VvW

VvW = Eindtekst

Memorie van toelichting

Dit artikel is vrijwel gelijkluidend aan het huidige artikel 4:18. Overigens zal zich bij besluiten van algemene strekking niet snel de situatie voordoen, dat redelijkerwijs kan worden aangenomen aan een motivering geen behoefte bestaat.

Verslag II

3.5 De leden van de PvdA-fractie vinden de motivering van de beschikking een dermate essentieel element van de beschikking dat zij zich niet kunnen voorstellen dat er situaties zijn dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat. Kan de regering nader toelichten onder welke omstandigheden het bestuursorgaan deze veronderstelling redelijkerwijs zou mogen hebben?
3.6 De leden van de GPV-fractie achten het van belang een algemene motiveringsplicht te handhaven. Hoe beoordeelt de regering in dit verband een motiveringsplicht op hoofdlijn en een volledige motivering indien dit gewenst wordt?

Nota naar aanleiding van het verslag II

3.5 Het geval dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat aan een motivering geen behoefte bestaat kan zich bijvoorbeeld voordoen indien een aanvraag volledig wordt ingewilligd en er geen derden-belanghebbenden zijn die door die inwilliging in hun belang zouden kunnen worden geschaad.
3.6 Verwezen zij naar het antwoord bij vraag 3.41.[1]

 


[1] Zie Eindverslag bij artikel 3:41.

 

 

 

Share This