Artikel 4:76

1. Indien de subsidie-ontvanger zijn inkomsten geheel ontleent aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de exploitatierekening met de toelichting en zijn het tweede tot en met vijfde lid van toepassing.
2. Het financiële verslag geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent:
a. het vermogen en het exploitatiesaldo, en
b. voor zover de aard van het financiële verslag dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de subsidie-ontvanger.
3. De balans met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte en de samenstelling in actief- en passiefposten van het vermogen op het einde van het boekjaar weer.
4. De exploitatierekening met de toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het exploitatiesaldo van het boekjaar weer.
5. Het financiële verslag sluit aan op de begroting waarvoor subsidie is verleend en behelst een vergelijking met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar, voorafgaand aan het boekjaar.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1998 ingevoegd bij wet van 20 juni 1996 Stb. 333 (wetsvoorstel 23 700)

[bron: PG Awb III, p. 273-274]

VO Dit artikel was in het VO niet opgenomen.

Tekst RvS = VvW

VvW = Eindtekst [4.2.8.5.4]

Memorie van toelichting

Indien de subsidie-ontvanger volledig gefinan­cierd wordt door middel van de subsidie, indien met andere woorden alle activiteiten van de subsidie-ontvanger uit de subsidie worden bekostigd, is de gehele financi­ële positie van de subsidie-ontvanger voor de vaststelling relevant. Zowel de vermo­genspositie van de subsidie-ontvanger als het geheel van diens uitgaven gedurende het boekjaar worden dan immers uit de subsidie gevoed.
Voor deze situatie stelt artikel 4.2.8.5.4 enige nadere eisen aan het financiële verslag. Hierbij is aansluiting gezocht bij hetgeen titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over de jaarrekening regelt. Het jaarrekenin­genrecht is niet integraal van toepassing verklaard. Daarvoor vormt de eigen organisatorische structuur van subsidie-ontvangers – die veelal verenigingen of stichtingen zullen zijn – een beletsel, evenals het in de regel ontbreken van een winststreven en het in sommige gevallen ontbreken van op geld waardeerbare prestaties. Daarom is volstaan met het geven van enkele algemene, aan het Burgerlijk Wetboek ontleende, voorschriften over de inrichting van de jaarrekening. Wel ligt het in de lijn der verwachting dat in overeenstemming met de gangbare praktijk voor het opstellen van het financiële verslag, zoveel mogelijk zal worden aangesloten bij de bepalingen van het jaarrekeningenrecht. Waar dit niet mogelijk is of nadere voorschriften, bijvoorbeeld over de waarderings­grondslagen, wenselijk zijn, kan de bijzondere wetgever of het bestuursor­gaan op de voet van het bepaalde in artikel 4.2.4.0, eerste lid, onder d, nadere verplichtingen opleggen over de inrichting van het financiële verslag.

Share This