1. Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken of – indien een adviescommissie is ingesteld waarvan de voorzitter, dan wel het enig lid, geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan – binnen zes maanden na de ontvangst van de aanvraag, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift een andere termijn is bepaald.
2. Het bestuursorgaan kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken of – indien een adviescommissie als bedoeld in het eerste lid is ingeschakeld – zes maanden verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.
3. Indien de schade mede is veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, kan het bestuursorgaan de beslissing aanhouden totdat het besluit onherroepelijk is geworden.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 2024 ingevoegd bij Wet van 31 januari 2013 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten); kamerstukken 32 621).
Voorontwerp [4.5.5]
1. Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken of – indien een adviseur als bedoeld in afdeling 3.3 is ingeschakeld – binnen zes maanden na de ontvangst van de aanvraag.
2. Het bestuursorgaan kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken of – indien een adviseur als bedoeld in afdeling 3.3 is ingeschakeld – zes maanden verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.
Voorstel van wet
Artikel 4:130
1. Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken of – indien een adviescommissie is ingesteld waarvan de voorzitter, dan wel het enig lid, geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan – binnen zes maanden na de ontvangst van de aanvraag, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift een andere termijn is bepaald.
2. Het bestuursorgaan kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken of – indien een adviescommissie als bedoeld in het eerste lid is ingeschakeld – zes maanden verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.
3. Indien de schade mede is veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, kan het bestuursorgaan de beslissing aanhouden totdat het besluit onherroepelijk is geworden.
Memorie van toelichting
Dit artikel voorziet in een wettelijke beslistermijn en houdt rekening met de extra behandelingsduur die inschakeling van een adviescommissie met zich meebrengt. De praktijk leert dat het in veel gevallen noodzakelijk is een adviescommissie in te schakelen, zeker als de beoordeling van de aanvraag expertise vereist waarover het bestuursorgaan niet beschikt. Indien een adviescommissie met een externe voorzitter wordt ingeschakeld, geldt een langere beslistermijn. Anders dan in het voorontwerp was voorgesteld geldt dit ook, als één extern adviseur wordt ingeschakeld. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de bestaande praktijk, dat de voorzitter van de adviescommissie de meer eenvoudige gevallen zelf afdoet.
Indien geen adviescommissie wordt geraadpleegd, beslist het bestuursorgaan binnen acht weken over een aanvraag om schadevergoeding. Binnen deze termijn moet het in eenvoudige gevallen, waarvoor geen adviescommissie hoeft te worden ingeschakeld, redelijkerwijs mogelijk zijn om een beslissing te nemen.
Wordt wel een adviescommissie ingeschakeld, dan bedraagt de beslistermijn zes maanden.
Deze beslistermijnen gelden tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift een andere beslistermijn is bepaald. Deze voorziening is opgenomen om de wetgever de mogelijkheid te bieden in specifieke regelgeving, waarbij nadeelcompensatieverzoeken naar verwachting doorgaans zeer overzichtelijk of juist zeer complex zullen zijn, een passende beslistermijn te bepalen. Dit moet dan wel bij of krachtens wettelijk voorschrift geschieden. In sommige zaken kan de beslistermijn onvoldoende blijken om tot een beslissing te komen. Voor dergelijke gevallen is in het tweede lid voorzien in een verdagingsmogelijkheid van ten hoogste acht weken respectievelijk zes maanden.
Het derde lid biedt de mogelijkheid de beslissing aan te houden zolang het besluit waardoor de schade mede wordt veroorzaakt, nog niet in rechte onaantastbaar is geworden.
Verslag
Artikel 4:130
De leden van de PVV-fractie vragen of de in voorgesteld artikel 4:130 Awb gestelde beslistermijn van 8 tot 16 weken in de praktijk wel lang genoeg is. Zij vragen of er binnen de gestelde termijn wel rekening is gehouden met externe advisering.
Nota naar aanleiding van het verslag
Artikel 4:130
32. De leden van de PVV-fractie vragen of de in voorgesteld artikel 4:130 Awb gestelde beslistermijn van 8 tot 16 weken in de praktijk wel lang genoeg is. Zij vragen of er binnen de gestelde termijn wel rekening is gehouden met externe advisering.
Artikel 4:130 Awb, dat de beslistermijn regelt, houdt rekening met de extra behandelingsduur die externe advisering met zich meebrengt. In dat artikel is immers bepaald dat de beslistermijn zes maanden bedraagt indien een adviescommissie is ingesteld waarvan de voorzitter of het enige lid een externe adviseur is. Ingevolge het tweede lid kan deze termijn nog met zes maanden worden verdaagd.
Gewijzigd voorstel van wet
Artikel 4:130
1. Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken of – indien een adviescommissie is ingesteld waarvan de voorzitter, dan wel het enig lid, geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan – binnen zes maanden na de ontvangst van de aanvraag, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift een andere termijn is bepaald.
2. Het bestuursorgaan kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken of – indien een adviescommissie als bedoeld in het eerste lid is ingeschakeld – zes maanden verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.
3. Indien de schade mede is veroorzaakt door een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld, kan het bestuursorgaan de beslissing aanhouden totdat het besluit onherroepelijk is geworden.