Deze afdeling is niet van toepassing op optreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 1998 ingevoerd bij wet van 20 juni 1996 Stb. 333 (wetsvoorstel 23 700)
[bron: PG Awb III, p. 364-365]
[Eindtekst] Artikel 5:23 [5.2.3]
Deze afdeling is niet van toepassing indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.
Voorontwerp
Op de uitoefening van bestuursdwang zijn de artikelen 5.2.4 tot en met 5.2.11 van toepassing, tenzij wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.
Tekst RvS
Op de uitoefening van bestuursdwang zijn de artikelen 5.2.4 tot en met 5.2.11 van toepassing, tenzij wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.
Advies RvS
Zie Advies RvS bij artikel 5:22.
Nader rapport
Zie Nader rapport bij artikel 5:22.
VvW = Eindtekst
Memorie van toelichting
Voor alle duidelijkheid is in deze bepaling aangegeven dat de regeling van afdeling 5.2 niet geldt indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. De bepalingen van afdeling 5.2 zijn voor een dergelijk optreden niet geëigend, en ook thans wordt het feitelijk handhaven van de openbare orde door ambtenaren van de politie niet door dergelijke bepalingen beheerst. Gezien echter de begripsomschrijving van artikel 5.2.1 kan worden verdedigd dat het hier om bestuursdwang gaat. Teneinde op dit punt geen onzekerheid te laten bestaan is dit geval in artikel 5.2.3 uitdrukkelijk uitgezonderd.
Het begrip «optreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde» dient beperkt opgevat te worden. Gedacht kan worden aan gevallen waarin de burgemeester bevelen geeft ter handhaving van de openbare orde indien deze is verstoord, of waarin opgetreden wordt tegen overtreding van een samenscholingsverbod. Maar wanneer een burgemeester op grond van een plaatselijke verordening een bevel tot sluiting van een horeca-inrichting geeft op gronden aan het belang van de bescherming van de openbare orde ontleend, is op de effectuering van het sluitingsbevel de regeling van de bestuursdwang van toepassing. Het sluiten van de inrichting (zo nodig door dicht te timmeren) is immers op zich beschouwd niet het onmiddellijk handhaven van de openbare orde, doch de handhaving van het sluitingsbevel. Wel kan het eventueel verwijderen en het verwijderd houden van café-bezoekers beschouwd worden als het onmiddellijk handhaven van de openbare orde.
Verslag II
6.79 Zoals ook blijkt uit de in de memorie van toelichting (bladzijde 154) gegeven voorbeelden, is niet steeds duidelijk of sprake is van handhaving van de openbare orde dan wel het toepassen van bestuursdwang. Wegens het verschil in rechtsbeschermingsmogelijkheden is het volgens de leden van de SGP-fractie gewenst dat de wetgever op dit punt (meer) duidelijkheid verschaft.
Nota naar aanleiding van het verslag II
6.79 Uit de formulering van artikel 5.2.3 kan worden afgeleid dat het niet van belang is of men meent dat het optreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde in een concreet geval (waarin de overtreding van een of meer wettelijke voorschriften in het geding is) moet worden beschouwd als uitoefening van bestuursdwang of niet. Ongeacht de zienswijze daaromtrent is immers volgens het artikel afdeling 5.2.3 niet van toepassing «indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde». De bedoeling van het artikel is veilig te stellen dat bestuursorganen en onder hun gezag staande politie-ambtenaren niet met de vereisten van art. 5.2.4 en volgende van doen hebben, ingeval zij feitelijke maatregelen moeten nemen ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Wij denken hierbij vooral aan het verwijderen van personen of aan het verwijderen van het verkeer in ernstige mate belemmerende voorwerpen van de openbare weg. Het moet gaan om situaties waarin moeilijk vereist kan worden dat bestuursorganen schriftelijk besluiten gaan nemen. Als wel eerst een aanschrijving bestuursdwang mogelijk is of in bepaalde gevallen gebruikelijk is, is dat een belangrijke aanwijzing dat het niet gaat om een geval waarin wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Tegen deze achtergrond moet het voorbeeld uit de memorie van toelichting begrepen worden. Het sluitingsbevel (een zelfstandige last) kan met bestuursdwang geëffectueerd worden, eventueel met toepassing van de regels voor spoedeisende gevallen (art. 5.2.4, vijfde en zesde lid). Indien vervolgens, ondanks het sluitingsbevel, cafébezoekers pogen de gesloten inrichting binnen te gaan, moet het verwijderen van hen als een optreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde worden beschouwd. Op dat verwijderen zijn de regels van afdeling 5.2 niet van toepassing. Zij zijn daar ook niet geschikt voor.
Dit artikel is met ingang van 1 juli 2009 ingevoegd bij wet van 25 juni 2009, Stb. 264 (wetsvoorstel 29 702).
[Eindtekst] Deze afdeling is niet van toepassing op optreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.
VO Dit artikel was in het VO niet opgenomen.
Tekst RvS
Dit artikel was in de Tekst RvS niet opgenomen.
VvW = Eindtekst
Memorie van toelichting
[29 702, p. 106]
Dit artikel is ongewijzigd.