Artikel 5:29

1. Voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vergt, kan het bestuursorgaan zaken meevoeren en opslaan.  
2. Het bestuursorgaan doet van het meevoeren en opslaan proces-verbaal opmaken. Een afschrift van het proces-verbaal wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had.
3. Het bestuursorgaan draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebbende.
4. Het bestuursorgaan kan de teruggave opschorten totdat de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten zijn voldaan.
5. Indien de rechthebbende niet tevens de overtreder is, kan het bestuursorgaan de teruggave opschorten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1998 ingevoerd bij wet van 20 juni 1996 Stb. 333 (wetsvoorstel 23 700)

[bron: PG Awb III, p. 375-377]

[Eindtekst] Artikel 5:29 [5.2.10]
1. Tot de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang behoort het meevoeren en opslaan van daarvoor vatbare zaken voor zover de toepassing van be­stuursdwang dit vereist.
2. Indien zaken zijn meegevoerd en opgeslagen, doet het bestuursorgaan dat be­stuursdwang heeft toegepast daarvan proces-ver­baal opmaken, waarvan afschrift wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had.
3. Het bestuursorgaan draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebben­de.
4. Het bestuursorgaan is bevoegd de afgifte op te schor­ten totdat de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten zijn voldaan. Indien de rechthebbende niet tevens de overtre­der is, is het bestuursor­gaan bevoegd de afgifte op te schor­ten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan.

VO = VvW, behoudens lid 2 dat in het VO luidde: Indien zaken zijn meegevoerd en opgeslagen, doet het orgaan dat be­stuursdwang heeft toegepast, daarvan proces-verbaal opmaken, waarvan afschrift wordt verstrekt aan de belangheb­bende.

Tekst RvS = VvW

Advies RvS

8.13. Krachtens artikel 5.2.10 moeten de zaken die in het kader van de toepassing van bestuursdwang zijn opgeslagen worden teruggegeven aan de rechthebbende. De Raad adviseert ter wille van de duidelijkheid uitdrukkelijk aandacht te schenken aan de gevallen waarin teruggave op grond van andere wettelijke voorschriften niet zal geschieden. Te denken is aan bepaalde gevaarlijke afvalstoffen, die de overtreder had moeten afvoeren naar een legale verwerker, of aan verdovende middelen die voor strafrechtelijke inbeslagne­ming in aanmerking komen. Het college adviseert hetzij in het artikel een hierop duidend voorbehoud te maken, hetzij in de toelichting aan de mogelijkheid van niet-teruggave uit hoofde van andere wettelijke voorschriften te herinneren.

Nader rapport

8.13. Voor wat betreft artikel 5.2.10 adviseert de Raad ter wille van de duide­lijkheid uitdrukkelijk aandacht te besteden aan de gevallen waarin terugga­ve op grond van andere wettelijke voorschriften niet zal geschieden.
Het eerste voorbeeld dat de Raad noemt, overtuigt ons niet van de noodzaak het artikel op dit punt aan te passen. Indien de overtreder bepaalde gevaarlijke afvalstoffen had moeten afvoeren naar een legale verwerker, bestaat immers een goede uitoefening van bestuursdwang uit het van overheidswege (doen) afvoeren van bedoelde stoffen naar zo een verwerker. Van teruggave kan dan uiteraard geen sprake zijn. Ook het voorbeeld van het niet terug geven van verdovende middelen achten wij niet geheel gelukkig gekozen, omdat verdoven­de middelen in de praktijk steeds onmiddellijk in beslag worden genomen en ten aanzien van verdo­vende middelen geen bestuursdwang pleegt te worden toegepast.
Niettemin moet de Raad worden toegegeven dat zich de situatie kan voordoen dat bij de toepassing bestuursdwang bepaalde zaken zijn afgevoerd en opgesla­gen en dat daarop vervolgens strafrechtelijk beslag wordt gelegd. Het spreekt vanzelf dat het voorschrift van artikel 5.2.10, derde lid, dan voor deze inbeslag­neming wijkt. Aanvulling van artikel 5.2.10 is niet nodig. Wel hebben wij aan het advies van de Raad gevolg gegeven om in de toelichting op de onderha­vige bepaling over deze kwestie een opmerking te maken.

Voorstel van wet

1. Tot de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang behoort het meevoeren en opslaan van daarvoor vatbare zaken voor zover de toepassing van be­stuursdwang dit vereist.
2. Indien zaken zijn meegevoerd en opgeslagen, doet het orgaan dat be­stuursdwang heeft toegepast daarvan proces-ver­baal opmaken, waarvan afschrift wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had.
3. Het bestuursorgaan draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebben­de.
4. Het bestuursorgaan is bevoegd de afgifte op te schor­ten totdat de ingevolge artikel 5.2.5 verschuldigde kosten zijn voldaan. Indien de rechthebbende niet tevens de overtre­der is, is het bestuursor­gaan bevoegd de afgifte op te schor­ten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan.

Memorie van toelichting 

Ook dit artikel is overge­nomen uit de Gemeente-, Provincie- en Waterschapswet (respec­tieve­lijk de artikelen 126, 123 en 62).
Het tweede lid schrijft voor dat afschrift van een pro­ces-ver­baal moet worden verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had. Als zodanig kan worden beschouwd degene die de zaken in zijn macht had op het tijdstip van uitoefening van bestuursdwang. Meestal zal deze persoon ook de recht­hebbende zijn, maar het is denkbaar dat deze persoon niet tevens rechtheb­bende is. Door de term rechthebbende in het tweede lid niet te gebruiken, wordt voorkomen dat het bestuursorgaan zich in de vraag moet verdiepen of degene onder wiens beheer de zaken werden aangetroffen tevens ook de rechthebbende is. Vordert iemand afgifte van de zaak, dan zal hij wel aanneme­lijk moeten maken dat hij als rechtheb­bende kan worden be­schouwd.
Het derde lid, dat onder meer voorschrijft dat de meegevoerde zaken dienen te worden teruggegeven aan de rechthebbende, staat er niet aan in de weg dat uit andere wettelijke voorschriften kan voortvloeien dat teruggave niet is toegestaan. Te denken valt aan de mogelijkheid dat na de toepassing van bestuurs­dwang strafvorderlijk beslag is gelegd op de meegevoerde zaken.
In het vierde lid wordt een onder­scheid gemaakt tussen het geval waarin de overtreder tevens rechthebbende is ten aanzien van de meegenomen en opgeslagen zaken en het geval waarin een ander dan de overtreder als rechthebbende moet worden be­schouwd. Omdat de rechthebbende die niet tevens de overtreder is, niet gehouden is de kosten van toepassing van bestuurs­dwang te betalen, is het niet redelijk dat hij die kosten wel zou moeten voldoen alvorens de hem toebehorende zaak terug te verkrijgen. Anderzijds is het wel redelijk dat deze rechtheb­bende de kosten van bewaring van zijn zaak aan de overheid vergoedt.

Nota van wijziging

In artikel 5.2.10, tweede lid, wordt «orgaan» vervangen door: bestuursorgaan.

Toelichting NvW
Deze wijziging betreft een redactionele verbetering.

Verslag II

6.91 Het derde lid bepaalt dat het bestuursor­gaan zorg draagt voor de bewaring van de opgeslagen zaken en deze terug geeft aan de rechthebbende. De leden van de SGP‑fractie stellen de vraag of het bestuursorgaan alleen zorg te dragen heeft voor de bewaring of tevens voor de instandhouding van opgesla­gen zaken, levende have bijvoor­beeld. Zij stellen eveneens de vraag in welke gevallen, op welke wijze en op wiens kosten teruggave plaatsvindt, in het bijzonder als achteraf blijkt dat ten onrechte bestuursdwang is uitgevoerd.
6.92 Ten aanzien van het vierde lid wijzen deze leden op de onbillijkheid dat de recht­hebbende, die part noch deel heeft aan een overtreding en niet van de (dreigende) be­stuursdwang op de hoogte is gesteld, toch kan worden gedwongen tot het betalen van de kosten van bewaring. Hun vraag luidt dan ook of in dit geval het risico niet voor het bestuursorgaan dient te komen.

Nota naar aanleiding van het verslag II

6.91 Onder de zorg voor de bewaring die ingevolge het voorgestelde artikel 5.2.10 op het bestuursorgaan rust (welke bepaling overeen­stemt met artikel 126, derde lid, eerste volzin, van de Gemeentewet) behoort de verplichting redelijke maatrege­len te nemen voor de instandhouding van de opge­slagen zaken alsmede het verzorgen van meegevoerde levende have.
In alle gevallen kan de rechthebbende teruggave van de opgeslagen zaken verlan­gen. Het bestuursorgaan heeft echter een retentierecht zolang de kosten van bestuurs­dwang niet zijn betaald. In het geval de rechthebbende een ander is dan de overtreder en hij derhalve de kosten van bestuursdwang niet verschul­digd is, behoeft hij uitsluitend de kosten van bewaring van de opgeslagen zaken te voldoen. In hoeverre de rechthebben­de de betaalde kosten kan afwentelen op de overtreder, is een zaak van burgerlijk recht waarop het ontwerp geen invloed heeft.
In het geval achteraf blijkt dat ten onrechte bestuursdwang heeft plaats gevon­den, is degene te wiens aanzien bestuurs­dwang is uitgeoefend geen kosten verschul­digd. In beginsel heeft hij in dat geval zelfs recht op schadevergoeding.
6.92 Naar wij menen ligt een keuze voor het leggen van het hier bedoelde risico op de schouders van de rechthebbende meer voor de hand dan het leggen van dit risico op het bestuursorgaan. Het ligt doorgaans in zijn macht te bepalen waar voorwerpen zich bevinden. Tot de lusten en lasten van het hebben van eigen­dom bijvoorbeeld behoort onder omstandig­heden het risico dat bepaalde zaken bij de uitoefening van bestuursdwang betrokken raken, ook al is de eigenaar zelf niet in overtreding. Het ligt immers door­gaans in zijn macht om te bepalen waar zijn eigendommen zich bevinden.

Handelingen II

De heer Schutte (GPV, p. 3643): Mijn tweede opmerking betreft het wel zeer zwakke antwoord van de regering op vraag 6.92 in de nota naar aanleiding van het verslag. Daar betoogt zij dat de kosten van bewaring van opgeslagen zaken, niet behorend tot het eigendom van de overtreder, voor rekening komen van de rechthebbende, omdat deze het in zijn macht heeft om te bepalen waar zijn eigendommen zich bevinden. Ik meen dat de regering hiermee een verkeerde afweging maakt en tot een verkeerde conclusie komt. Wat verzet zich ertegen om de kosten van de bestuursdwang te vermeerderen met de kosten van bewaring en om deze dan te kunnen verhalen op de overtreder zelf?
Minister Sorgdrager (p. 3657): Ik kom op de bewaringskosten bij bestuursdwang, die voor rekening komen van de rechthebbende. Uitgangspunt blijft dat de overtreder in beginsel alle kosten moet betalen. Als de overtreder echter iemand anders is dan de rechthebbende, zit je met de praktische vraag wat er moet gebeuren als de overtreder de bewaringskosten niet betaalt. Voor wiens rekening komen deze kosten dan wel? Het lijkt mij niet onredelijk dat het bestuursorgaan de mogelijk­heid heeft om afgifte op te schorten totdat iemand anders, meestal de rechthebbende, de bewaringskosten betaalt. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met het privaatrecht, waar het retentierecht een rol speelt. Alle wetten die over bestuursdwang gaan, kennen zo'n regeling. Ook in de nieuwe Gemeentewet, Provincie­wet en Waterschapswet komen wij haar tegen.

Dit artikel is met ingang van 1 juli 2009 vervangen bij wet van 25 juni 2009, Stb. 264 (wetsvoorstel 29 702).

[Eindtekst]
1. Voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vergt, kan het bestuursorgaan zaken meevoeren en opslaan.  
2. Het bestuursorgaan doet van het meevoeren en opslaan proces-verbaal opmaken. Een afschrift van het proces-verbaal wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had.
3. Het bestuursorgaan draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebbende.
4. Het bestuursorgaan kan de teruggave opschorten totdat de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten zijn voldaan.
5. Indien de rechthebbende niet tevens de overtreder is, kan het bestuursorgaan de teruggave opschorten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan.

VO Dit artikel was in het VO niet opgenomen.

Tekst RvS

Dit artikel was in de Tekst RvS niet opgenomen.

Voorstel van wet

1. Voorzover de toepassing van bestuursdwang dit vergt, kan het bestuursorgaan zaken meevoeren en opslaan.
2. Het bestuursorgaan doet van het meevoeren en opslaan procesverbaal opmaken. Een afschrift van het proces-verbaal wordt verstrekt aan degene die de zaken onder zijn beheer had.
3. Het bestuursorgaan draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebbende.
4. Het bestuursorgaan kan de teruggave opschorten totdat de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten zijn voldaan.
5. Indien de rechthebbende niet tevens de overtreder is, kan het bestuursorgaan de teruggave opschorten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan.

Memorie van toelichting 

[29 702, p. 107]

Dit artikel komt materieel overeen met het huidige artikel 5:29, maar is redactioneel vereenvoudigd, waarbij het huidige vierde lid in twee leden is gesplitst.

Tweede nota van wijziging

In artikel I, onderdelen F, H, I en R, wordt in de artikelen 5.0.10, eerste lid, 5:29, eerste lid, 5.4.2.2, tweede lid, en 8:76 «Voorzover» telkens vervangen door: Voor zover.

Toelichting Tweede NvW
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het wetsvoorstel in overeenstemming te brengen met de thans geldende spelling (onderdelen A en B van deze nota van wijziging).

 

Share This