Artikel 6:24

Deze afdeling is met uitzondering van artikel 6:12 van overeenkomstige toepassing indien hoger beroep, incidenteel hoger beroep, beroep in cassatie of incidenteel beroep in cassatie kan worden ingesteld.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1994 ingevoerd bij wet van 4 juni 1992 Stb. 315 (wetsvoorstel 21 221)

[bron: PG Awb I, p. 315]

[Eindtekst] Artikel 6:24 [6.2.16]
1. Deze afdeling is met uitzondering van artikel 6:12 van overeenkom­stige toepassing indien is voorzien in de mogelijkheid van het instellen van hoger beroep of beroep in cassatie tegen de uitspraak van een administratieve rechter.
2. Inafwijking van artikel 6:4 geschiedt het instellen van beroep in cassatie door het indienen van een beroepschrift bij de rechter tegen wiens uitspraak het beroep is gericht.

VO Dit artikel was in het VO niet opgenomen.

Tekst RvS

1. Deze paragraaf is met uitzondering van de artikelen 6.2.6, 6.2.9 en 6.2.10 van overeenkomstige toepassing, indien voorzien is in de mogelijkheid van het instellen van hoger beroep of beroep in cassatie tegen een uitspraak van een administratieve rechter.
2. In afwijking van artikel 6.2.0 geschiedt het instellen van beroep in cassatie door het indienen van een beroepschrift bij de rechter tegen wiens uitspraak het beroep zich richt.

VvW= Eindtekst

Memorie van toelichting

In de toelichting op artikel 6.2.15 werd reeds aangegeven dat tegen uitspraken van diverse administratieve rechters hoger beroep of beroep in cassatie is opengesteld. Het is voor de doorzichtigheid van het bestuursprocesrecht van belang dat op dat hoger beroep en cassatie­beroep de bepalingen van afdeling 6.2 zoveel mogelijk van overeenkom­stige toepassing zijn. Alle artikelen van die afdeling, behoudens artikel 6.2.6, lenen zich daartoe. Dat heeft tot het onderhavige artikel geleid. Het artikel kwam in het voorontwerp niet voor. In de genoemde proce­dures komen dezelfde kwesties aan de orde als die waarvoor afdeling 6.2 een algemene regeling geeft: begin, einde en lengte van de beroeps­termijn, eisen omtrent de inhoud en indiening van het beroepschrift en handelwijze als niet aan die eisen voldaan is. Veelal zijn die punten wel in de diverse wetten, die het hoger beroep of beroep in cassatie openstellen, geregeld. Maar die bepalingen geven op sommige punten onnodige diversiteit te zien, bijvoorbeeld ten aanzien van de lengte van de beroepstermijn. Bovendien verschaffen ze niet steeds op alle punten de wenselijke duidelijkheid, die afdeling 6.2 wel verschaft. Dit geldt bij voorbeeld voor de onderwerpen geregeld in de artikelen 6.2.3 en 6.2.5. Niet het minst belangrijk is, dat de in artikel 6.2.8 vervatte doorzendre­geling ook van toepassing dient te zijn ingeval van hoger beroep en beroep in cassatie. Weliswaar bevatten de desbetreffende wetten hieromtrent meestal wel een dergelijke bepaling. Maar deze is dan uiteraard slechts gericht tot administratieve gerechten, die op grond van de desbetreffende wet oordelen.
Deze overwegingen hebben aanleiding gegeven artikel 6.2.16 op te nemen. Het eerste lid bepaalt door middel van een schakelbepaling dat, ingeval voorzien is in de mogelijkheid van hoger beroep of cassatie, afdeling 6.2 met uitzondering van artikel 6.2.6 van overeenkomstige toepassing is. De Awb creëert zelf geen mogelijkheden tot het instellen van hoger beroep tegen een uitspraak van een administratieve rechter of van beroep in cassatie. Zij breidt deze evenmin op enigerlei wijze uit. Artikel 6.2.16 is slechts van toepassing indien een andere wet hoger beroep of cassatieberoep heeft opengesteld.
De meeste bepalingen van afdeling 6.2 lenen zich goed voor een dergelijke toepassing. Artikel 6.2.6 komt uiteraard niet voor overeenkom­stige toepassing in aanmerking, aangezien ten aanzien van de admini­stratieve rechter niet is voorgeschreven binnen welke termijn hij dient te beslissen.
Overeenkomstig de huidige bepalingen in specifieke wetten bepaalt het tweede lid van artikel 6.2.16 dat in geval van beroep in cassatie het beroepschrift bij de lagere rechter moet worden ingediend.
Overeenkomstige toepassing van de hoofdregel van artikel 6.2.13 ten slotte zou met zich brengen, dat door het instellen van hoger beroep of cassatieberoep de uitspraak van de lagere rechter niet geschorst wordt. Dit artikel voorziet echter in de mogelijkheid bij of krachtens wettelijk voorschrift anders te bepalen. Als overeenkomstige toepassing van die uitzonderingsmogelijkheid is de in artikel 107 van de Ambtenarenwet 1929 en artikel 147 van de Beroepswet vervatte regel te beschouwen, die inhoudt dat het hoger beroep op de Centrale Raad van Beroep de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld, wel schorst.
Wij zijn van oordeel dat aldus door middel van de in artikel 6.2.16 vervatte schakelbepaling op eenvoudige wijze enige verbeteringen en een nuttige harmonisatie worden bereikt, terwijl allerlei bepalingen in specifieke wetten kunnen vervallen.

Het eerste lid is met ingang van 1 januari 1994 gewijzigd bij wet van 16 december 1993 Stb. 650 (wetsvoorstel 22 495).

[bron: PG Awb II, p. 364]

[Eindtekst] Artikel 6:24 [6.2.16]
1. Deze afdeling is met uitzondering van artikel 6:12 van overeenkom­stige toepassing indien hoger beroep of beroep in cassatie kan worden ingesteld.
2. Inafwijking van artikel 6:4 geschiedt het instellen van beroep in cassatie door het indienen van een beroepschrift bij de rechter tegen wiens uitspraak het beroep is gericht.

Voorstel van wet

In artikel 6.2.16, eerste lid, wordt na «de mogelijkheid van» ingevoegd: het doen van verzet of.

Memorie van toelichting

Wij zijn van oordeel dat afdeling 6.2 eveneens van toepassing dient te zijn op het verzet. Dat betekent onder meer dat de termijn voor het doen van verzet zes weken wordt en dat het verzetschrift moet worden gemotiveerd.

Tweede nota van wijziging

Artikel 6:24, eerste lid, komt te luiden:
1. Deze afdeling is met uitzondering van artikel 6:12 van overeenkom­stige toepassing indien hoger beroep of beroep in cassatie kan worden ingesteld.

Toelichting Tweede NvW
Naast de op blz. 43 van de nota naar aanleiding van het eindverslag[1] aangekondigde wijziging wordt artikel 6:24 tevens geharmoniseerd met artikel 3:45 en het gewijzigde artikel 6:23.

Dit artikel is met ingang van 1 januari 2005 gewijzigd bij wet van 15 december 2004 Stb. 672 (wetsvoorstel 29 251) (alleen eindtekst)

[Eindtekst] In artikel 6:24 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

Dit artikel is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd bij wet van 20 december 2012, Stb. 2012, 682 (Wet aanpassing bestuursprocesrecht;kamerstukken 32 450)

[Eindtekst] In artikel 6:24 wordt «hoger beroep of beroep in cassatie» vervangen door: hoger beroep, incidenteel hoger beroep, beroep in cassatie of incidenteel beroep in cassatie.

VO Dit artikel was niet in het consultatievoorstel opgenomen.

Voorstel van wet

In artikel 6:24 wordt “hoger beroep of beroep in cassatie” vervangen door: hoger beroep, incidenteel hoger beroep of beroep in cassatie.

Memorie van toelichting

Door de voorgestelde aanvulling van artikel 6:24 wordt buiten twijfel gesteld dat de bepalingen van afdeling 6.2 – waaronder de artikelen 6:9 tot en met 6:11 en artikel 6:13 – van overeenkomstige toepassing zijn op het incidenteel hoger beroep. Zie ook de toelichting bij artikel 8:110.

Nota van wijziging

In onderdeel R (artikel 6:24) wordt «of beroep in cassatie» vervangen door: , beroep in cassatie of incidenteel beroep in cassatie.

Deze wijziging stelt buiten twijfel dat de regels van hoofdstuk 6 Awb ook gelden voor het incidenteel beroep in cassatie.

 

 


[1] Zie PG Awb II, p. 364.

 

Share This