1. Belanghebbenden worden in elkaars aanwezigheid gehoord.
2. Ambtshalve of op verzoek kunnen belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
3. Wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.
4. Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het derde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Artikel 7:4, zesde lid, tweede volzin, zevende en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 1994 ingevoerd bij wet van 4 juni 1992 Stb. 315 (wetsvoorstel 21 221)
[bron: PG Awb I, p. 341-342]
[Eindtekst] Artikel 7:6 [6.3.11]
1. Belanghebbenden worden in elkaars aanwezigheid gehoord.
2. Ambtshalve of op verzoek kunnen belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
3. Wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.
4. Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het derde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Artikel 7:4, vijfde lid, tweede volzin, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
VO = VvW
Tekst RvS = VvW
Voorstel van wet
1. Belanghebbenden worden in elkaars aanwezigheid gehoord.
2. Ambtshalve of op verzoek kunnen belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren.
3. Wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.
Memorie van toelichting
Het verdient in het algemeen aanbeveling dat wanneer sprake is van meer dan één belanghebbende, dezen in elkaars aanwezigheid worden gehoord. Dat is niet alleen doelmatig, maar het komt bovendien de kwaliteit van de besluitvorming ten goede. Het kan in bijzondere omstandigheden evenwel gewenst zijn belanghebbenden niet in elkaars aanwezigheid te horen, namelijk indien een gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling van het bezwaarschrift zou belemmeren. Dit is voorstelbaar indien sprake is van sterk tegengestelde belangen waarbij tevens de emoties zo hoog kunnen oplaaien dat de behandeling van het bezwaarschrift daarmee niet gediend is. In dat geval zullen belanghebbenden echter wel op de hoogte moeten worden gesteld van het buiten hun aanwezigheid verhandelde, zodat zij daarop eventueel nog kunnen reageren (zie bij voorbeeld Afd. rechtspraak 8 juli 1983, AB 1984, 29, m.n.).
Tweede nota van wijziging
Artikel 6.3.11 wordt gewijzigd als volgt:
– In het tweede lid wordt na de zinsnede «een zorgvuldige behandeling zal belemmeren» ingevoegd: of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
– Een nieuw vierde lid wordt toegevoegd, luidende als volgt:
4. Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het derde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Artikel 6.3.9, vijfde lid, tweede volzin, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Toelichting Tweede NvW
Deze wijzigingen hebben betrekking op het horen van belanghebbenden in het kader van procedures bij bezwaar en administratief beroep.
– De wijzigingen in de artikelen 6.3.11, tweede lid, en 6.4.11, tweede lid, maken het mogelijk dat de belanghebbenden ambtshalve of op verzoek afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Deze uitzondering op de verplichting om belanghebbenden in elkaars aanwezigheid te horen, kan zich bijvoorbeeld voordoen indien verwacht mag worden dat tijdens het horen medische of psychologische gegevens over een belanghebbende aan de orde komen of dat concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens worden geopenbaard. Met de term «gewichtige redenen» is aansluiting gezocht bij het vijfde lid van de artikelen 6.3.9 en 6.4.9.
Het tweede lid van de artikelen 6.3.11 en 6.4.11 bevat overigens reeds een uitzondering op de verplichting tot het gezamenlijk horen, als aannemelijk is dat dit een zorgvuldige behandeling kan belemmeren. Nadere overweging van hetgeen daaromtrent in de memorie van antwoord bij vraag 2.208 is uiteengezet, heeft ons tot de conclusie gebracht dat deze uitzondering toch onvoldoende mogelijkheden biedt om van gezamenlijk horen af te zien als naar verwachting vertrouwelijke of gevoelige informatie aan de orde zal komen.
– Indien de belanghebbenden niet in elkaars aanwezigheid worden gehoord, moet elk van hen ingevolge het derde lid van de artikelen 6.3.11 en 6.4.11 op de hoogte worden gesteld van het verhandelde tijdens het horen. Door de thans voorgestelde toevoeging van een vierde lid aan de artikelen 6.3.11 en 6.4.11 wordt buiten twijfel gesteld dat deze verplichting niet geldt ten aanzien van de gevoelige of vertrouwelijke informatie die tijdens het horen door belanghebbenden naar voren is gebracht. In de memorie van antwoord bij vraag 2.208 was vermeld dat – waar het de bezwaarschriftprocedure betreft artikel 6.3.9, vijfde en zesde lid, hiervoor een voorziening biedt. Bij nadere overweging geven wij de voorkeur aan een uitdrukkelijke regeling op dit punt, aangezien artikel 6.3.9 strikt genomen slechts betrekking heeft op de terinzagelegging van stukken voorafgaand aan het horen en niet op het verhandelde tijdens het horen.
In de tweede volzin van het nieuwe vierde lid worden enkele onderdelen van de artikelen 6.3.9 en 6.4.9 van overeenkomstige toepassing verklaard. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat de andere belanghebbenden van het achterhouden van informatie op de hoogte worden gesteld en dat het achterhouden van de informatie niet mag geschieden als deze ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur desgevraagd openbaar zou moeten worden gemaakt Voorts wordt op deze wijze geregeld dat bepaalde medische of psychiatrisch/psychologische feiten of omstandigheden die tijdens de hoorzitting over een belanghebbende zijn geopenbaard, alleen worden medegedeeld aan een gemachtigde die advocaat of arts is.
Er zij nog op gewezen dat het nieuwe vierde lid impliceert dat de desbetreffende informatie ook niet wordt opgenomen in het verslag dat ingevolge artikel 6.3.12 of 6.4.12 van het horen moet worden gemaakt.
Het vierde lid is met ingang van 1 januari 1994 gewijzigd bij wet van 16 december 1993 Stb. 650 (wetsvoorstel 22 495).
[bron: PG Awb II, p. 366-367]
[Eindtekst] Artikel 7:6 [6.3.11]
1. Belanghebbenden worden in elkaars aanwezigheid gehoord.
2. Ambtshalve of op verzoek kunnen belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
3. Wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.
4. Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het derde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Artikel 7:4, zesde lid, tweede volzin, zevende lid en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.
Nota van wijziging
In artikel 7:6, vierde lid, wordt «Artikel 7:4, vijfde lid, tweede volzin, zesde en zevende lid» vervangen door: Artikel 7:4, zesde lid, tweede volzin, zevende en achtste lid.