Op verzoek van de belanghebbende kunnen door hem meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 1994 ingevoerd bij wet van 4 juni 1992 Stb. 315 (wetsvoorstel 21 221)
[bron: PG Awb I, p. 344]
[Eindtekst] Artikel 7:8 [6.3.13]
1. Op verzoek van de belanghebbende kunnen door hem meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord.
2. De kosten van getuigen en deskundigen zijn voor rekening van de belanghebbende die deze heeft meegebracht.
Voorontwerp
1. Op verzoek van belanghebbenden kunnen op de hoorzitting door hen meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord.
2. De kosten van getuigen en deskundigen zijn voor rekening van de belanghebbenden.
Tekst RvS
1. Op verzoek van belanghebbenden kunnen op de hoorzitting door hen meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord.
2. De kosten van getuigen en deskundigen zijn voor rekening van de belanghebbenden.
Advies RvS
Het is de Raad opgevallen dat in artikel 6.3.13, tweede lid, gesproken wordt over «de» belanghebbenden. In het eerste lid van dit artikel, alsmede in verschillende andere artikelen van paragraaf 6.3 van het onderhavige wetsvoorstel, ontbreekt dit lidwoord. Alleen in de toelichting wordt daarbij gezegd, dat de kosten van getuigen en deskundigen voor rekening zijn van de belanghebbenden «die dezen hebben meegebracht». Teneinde duidelijk in het licht te stellen dat die kosten niet voor alle belanghebbenden zijn, ware deze toevoeging in de tekst van het artikel zelf aan te brengen. Zie ook de opmerking bij artikel 6.4.13.
Nader rapport
Aan de suggestie van de Raad is gevolg gegeven.
VvW = Eindtekst
Memorie van toelichting
Dit artikel geeft een regel die aansluit bij de bestaande praktijk. Het is nuttig deze voor de bezwaarschriftprocedure uitdrukkelijk vast te leggen. Om onduidelijkheid te voorkomen is in het tweede lid vastgelegd dat de kosten van getuigen en deskundigen wel voor rekening zijn van de belanghebbenden die deze hebben meegebracht.
Voorlopig verslag II
[2 209] Dit artikel bepaalt in het tweede lid dat de kosten van getuigen en deskundigen voor rekening zijn van de belanghebbende die deze heeft meegebracht.
Verdient het aanbeveling, gelet op de hoofdregel dat een overheid die onrechtmatig heeft gehandeld aansprakelijk is voor schade en kosten, die artikelen 6.3.13, tweede lid, en 6.4.13, tweede lid, aan te vullen met de zinsnede «onverminderd het recht van de belanghebbende om op grond van andere wettelijke bepalingen schadevergoeding te vragen», zo vroegen de commissies.
Memorie van antwoord II
(2.209) De vraag naar de mogelijkheid van de vergoeding van proceskosten zal in het kader van het uniforme bestuursprocesrecht aan de orde komen.
Dit artikel is met ingang van 12 maart 2002 gewijzigd bij wet van 24 januari 2002 Stb. 55 (wetsvoorstel 27 024)
[Eindtekst] In artikel 7:8 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
Voorstel van wet
In artikel 7:8 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
Memorie van toelichting
Onderdelen A en C
De artikelen 7:8, tweede lid, en 7:22, tweede lid, bepalen thans dat de kosten van door een belanghebbende naar een hoorzitting meegebrachte getuigen of deskundigen voor rekening blijven van de belanghebbende die deze heeft meegebracht. Dat blijft de hoofdregel, maar deze volgt voortaan uit de in de artikelen 7:15, tweede lid, en 7:28, tweede lid, neergelegde meer algemene regel dat de kosten van de voorprocedure slechts worden vergoed indien het bestreden besluit door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht is genomen.
Indien echter wel een kostenvergoeding wordt toegekend, is er geen reden waarom deze niet mede betrekking zou kunnen hebben op de kosten van meegebrachte getuigen of deskundigen. Ook voor de fase van het beroep bij de rechter geldt thans dat een proceskostenveroordeling mede een vergoeding van de kosten van getuigen of deskundigen kan behelzen (art. 1 Besluit proceskosten bestuursrecht). Nu voor de voorprocedure niet langer onverkort de regel geldt, dat ieder zijn eigen kosten draagt, ligt het in de rede daarbij aan te sluiten.
Overigens geldt ook voor de kosten van getuigen en deskundigen, dat zij in alle gevallen worden vergoed volgens een vast tarief (in dit geval gelijk aan het tarief in strafzaken) en slechts voorzover de belanghebbende de desbetreffende kosten redelijkerwijs heeft moeten maken.