1. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld. Indien gelijktijdig bij meer dan één bevoegde rechtbank als eerste beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in artikel 1 van de Wet op de rechterlijke indeling.
2. De andere rechtbank verwijst, onderscheidenlijk de andere rechtbanken verwijzen de daar aanhangig gemaakte zaak of zaken naar de rechtbank die de zaken verder behandelt. De op de zaak of zaken betrekking hebbende stukken worden toegezonden aan de rechtbank die de zaken verder behandelt.
3. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één rechtbank beroep is ingesteld, doet het bestuursorgaan daarvan onverwijld mededeling aan die rechtbanken.
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid, twee of meer bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak zal behandelen.
5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij een gerechtshof.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 1994 ingevoerd bij wet van 16 december 1993 Stb. 650 (wetsvoorstel 22 495)
[bron: PG Awb II, p. 403]
[Eindtekst] Artikel 8:8 [8.1.1.7a]
1. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld. Indien gelijktijdig bij meer dan één bevoegde rechtbank als eerste beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke indeling.
2. De andere rechtbank verwijst onderscheidenlijk de andere rechtbanken verwijzen de daar aanhangig gemaakte zaak of zaken naar de rechtbank die de zaken verder behandelt. De op de zaak of zaken betrekking hebbende stukken worden toegezonden aan de rechtbank die de zaken verder behandelt.
3. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één rechtbank beroep is ingesteld, doet het bestuursorgaan daarvan onverwijld mededeling aan die rechtbanken.
Tekst RvS Dit artikel is in de Tekst RvS niet opgenomen.
VvW Dit artikel is in de VvW niet opgenomen.
Tweede NvW = Eindtekst
Toelichting Tweede NvW
Zie Toelichting NvW bij artikel 8:7.
Dit artikel is met ingang van 1 september 2004 gewijzigd bij wet van 13 mei 2004, Stb. 220 (wetsvoorstel 27 563).
[Eindtekst] Artikel 8:8
1. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld. Indien gelijktijdig bij meer dan één bevoegde rechtbank als eerste beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke indeling.
2. De andere rechtbank verwijst onderscheidenlijk de andere rechtbanken verwijzen de daar aanhangig gemaakte zaak of zaken naar de rechtbank die de zaken verder behandelt. De op de zaak of zaken betrekking hebbende stukken worden toegezonden aan de rechtbank die de zaken verder behandelt.
3. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één rechtbank beroep is ingesteld, doet het bestuursorgaan daarvan onverwijld mededeling aan die rechtbanken.
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid, verschillende bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak zal behandelen.
Advies RvS –
Nader rapport
8. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om twee wijzigingen van wetssystematische aard in het wetsvoorstel aan te brengen.
[…]
b. Voorgesteld wordt om in artikel 8:8 Awb (vierde lid nieuw) een voorziening te treffen voor het geval toepassing van het in het wetsvoorstel voorgestelde artikel 7:1a, vijfde lid, ertoe zou leiden dat het bestuursorgaan de bezwaarschriften zou moeten doorzenden aan verschillende, ingevolge art. 8:7, tweede lid, Awb bevoegde rechters, die op hun beurt weer naar de ingevolge artikel 8:8, eerste lid, bevoegde rechter moeten doorverwijzen. Zo’n geval kan zich voordoen wanneer de volgende drie omstandigheden zich tegelijkertijd voordoen:
a. er is sprake is van een meerpartijengeschil (twee of meer bezwaarschriften),
b. het betreft een besluit afkomstig van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan en c. de indieners van de bezwaarschriften zijn in verschillende arrondissementen woonachtig. Het nieuw voorgestelde vierde lid stelt buiten twijfel dat onder die omstandigheden het bestuursorgaan de bezwaarschriften rechtstreeks kan zenden aan de bevoegde rechter die ingevolge art. 8:8, eerste lid, de zaak zal behandelen.
Voorstel van wet
Aan artikel 8:8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde lid, verschillende bezwaarschriften doorzendt, kan het bestuursorgaan deze doorzenden aan de rechtbank die ingevolge het eerste lid de zaak zal behandelen.
Memorie van toelichting
[27 563, p. 11]
Voorgesteld wordt om in artikel 8:8 Awb (vierde lid nieuw) een voorziening te treffen voor het geval toepassing van het voorgestelde artikel 7:1a, vijfde lid, ertoe zou leiden dat het bestuursorgaan de bezwaarschriften zou moeten doorzenden aan verschillende, ingevolge art. 8:7, tweede lid, bevoegde rechters, die op hun beurt weer naar de ingevolge artikel 8:8, eerste lid, bevoegde rechter moeten doorverwijzen. Zo’n geval kan zich voordoen wanneer de volgende drie omstandigheden zich tegelijkertijd voordoen: a. er is sprake is van een meerpartijengeschil (twee of meer bezwaarschriften), b. het betreft een besluit afkomstig van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan en c. de indieners van de bezwaarschriften zijn in verschillende arrondissementen woonachtig. Het nieuw voorgestelde vierde lid stelt buiten twijfel dat onder die omstandigheden het bestuursorgaan de bezwaarschriften rechtstreeks kan zenden naar de bevoegde rechter die ingevolge art. 8:8, eerste lid, de zaak zal behandelen. Daarbij geldt dat de zinsnede «de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld» zodanig moet worden toegepast dat het tijdstip waarop het beroepschrift als bezwaarschrift is ingediend, en niet het tijdstip van doorzending, bepalend is.
Verslag
Onder het kopje «Artikel I, onderdeel D (wijziging van artikel 8:8)» wordt uitgelegd dat in het voorgestelde nieuwe vierde lid een bestuursorgaan de bezwaarschriften rechtstreeks kan zenden aan de bevoegde rechter. Naar de mening van de leden van de CDA-fractie moet het woordje «kan» worden vervangen door het woordje «zal», dit om verschillen in forum te voorkomen. Indien er sprake is van de drie ervoor genoemde omstandigheden is het zaak dat één en dezelfde rechter zich over de bezwaarschriften buigt en uitspraak doet.
Nota naar aanleiding van het verslag
Artikel 8:8 beoogt te voorkomen dat verschillende tegen hetzelfde besluit gerichte beroepschriften door meer dan één rechtbank worden behandeld. Op grond van artikel 8:8, eerste lid, worden bij verschillende rechtbanken ingediende beroepschriften doorgezonden naar één bevoegde rechtbank, die daarna met de verdere behandeling is belast. De in artikel 8:8, vierde lid, opgenomen voorziening vormt hierop een aanvulling. Bij instemming met rechtstreeks beroep behoeft het bestuursorgaan de bezwaarschriften niet eerst nog naar verschillende bevoegde rechtbanken door te zenden (waarna die rechtbanken op hun beurt nog tot verwijzing naar een rechtbank zouden moeten overgaan). Hiermee wordt dus voorkomen dat doorzending van de bezwaarschriften over twee schijven moet plaatsvinden. Wij zijn het met de leden van de CDA-fractie eens dat het meer in de lijn met dit uitgangspunt ligt het vierde lid zodanig te formuleren dat het bestuursorgaan verplicht is om verschillende bezwaarschriften naar de ingevolge artikel 8:8, eerste lid, bevoegde rechtbank door te zenden. Daardoor wordt buiten twijfel gesteld dat ieder bestuursorgaan, ook als het gaat om de doorzending op grond van artikel 7:1a, zesde lid, op dit punt hetzelfde handelt. Uitgesloten wordt dat bezwaarschriften in geval van doorzending in bepaalde gevallen eerst nog bij verschillende rechtbanken terecht kunnen komen. Voor de hiertoe strekkende aanpassing van het wetsvoorstel verwijzen wij naar bijgaande nota van wijziging (onderdeel C).
Nota van wijziging
Aan artikel 8:8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid, verschillende bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak zal behandelen.
Toelichting NvW
Onderdeel C tot slot betreft een wijziging van het voorgestelde artikel 8:8, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarin een voorziening wordt getroffen voor het geval het bestuursorgaan verschillende bezwaarschriften normaliter eerst aan verschillende bevoegde rechtbanken zou moeten doorzenden. Voorgesteld wordt in dat geval de bezwaarschriften te zenden naar de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke indeling. Voor deze wijziging is aanleiding gevonden in het verslag van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2000/01, 27 563, nr. 5).
Voor een nadere toelichting op de aanpassingen van onderdelen A en C verwijzen wij naar de nota naar aanleiding van het verslag.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd bij wet van 20 december 2012, Stb. 2012, 682 (Wet aanpassing bestuursprocesrecht; kamerstukken 32 450)
[Eindtekst]
1. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld. Indien gelijktijdig bij meer dan één bevoegde rechtbank als eerste beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke indeling.
2. De andere rechtbank verwijst, onderscheidenlijk de andere recht-banken verwijzen de daar aanhangig gemaakte zaak of zaken naar de rechtbank die de zaken verder behandelt. De op de zaak of zaken betrekking hebbende stukken worden toegezonden aan de rechtbank die de zaken verder behandelt.
3. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één rechtbank beroep is ingesteld, doet het bestuursorgaan daarvan onverwijld mededeling aan die rechtbanken.
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid, twee of meer bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak zal behandelen.
5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij een gerechtshof.
Voorontwerp
1. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld. Indien gelijktijdig bij meer dan één bevoegde rechtbank als eerste beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke indeling.
2. De andere rechtbank verwijst onderscheidenlijk de andere rechtbanken verwijzen de daar aanhangig gemaakte zaak of zaken naar de rechtbank die de zaken verder behandelt. De op de zaak of zaken betrekking hebbende stukken worden toegezonden aan de rechtbank die de zaken verder behandelt.
3. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één rechtbank beroep is ingesteld, doet het bestuursorgaan daarvan onverwijld mededeling aan die rechtbanken.
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid, verschillende bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak zal behandelen.
5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij het gerechtshof.
Voorstel van wet
1. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld. Indien gelijktijdig bij meer dan één bevoegde rechtbank als eerste beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke indeling.
2. De andere rechtbank verwijst, onderscheidenlijk de andere rechtbanken verwijzen de daar aanhangig gemaakte zaak of zaken naar de rechtbank die de zaken verder behandelt. De op de zaak of zaken betrekking hebbende stukken worden toegezonden aan de rechtbank die de zaken verder behandelt.
3. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één rechtbank beroep is ingesteld, doet het bestuursorgaan daarvan onverwijld mededeling aan die rechtbanken.
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid, twee of meer bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak zal behandelen.
5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij een gerechtshof.
Memorie van toelichting
Dit artikel komt grotendeels overeen met het huidige artikel 8:8. Er is echter een vijfde lid toegevoegd, met het oog op de gevallen waarin beroep in eerste aanleg openstaat bij een gerechtshof.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd bij wet van 12 juli 2012, Stb. 2012, 313 (Wet herziening gerechtelijke kaart; kamerstukken 32 891)
[Eindtekst] In artikel 8:8, eerste lid, tweede volzin, wordt voor «de Wet op de rechterlijke indeling» ingevoegd: artikel 1 van.
Voorstel van wet
De Algemene wet bestuursrecht, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht (Wet aanpassing bestuursprocesrecht) tot wet is verheven en artikel I, onderdeel CC, van die wet in werking is getreden, wordt gewijzigd als volgt:
C
In artikel 8:8, eerste lid, tweede volzin, wordt voor «de Wet op de rechterlijke indeling» ingevoegd: artikel 1 van.
Memorie van toelichting
C Deze wijziging houdt verband met de nieuwe opzet van de Wet op de rechterlijke indeling.