Artikel 8:36c

[Red: Dit artikel is gewijzigd in verband met de invoering van digitaal procederen. Zie voor de procedures en gerechten waarvoor digitaal procederen geldt het Overzicht gefaseerde inwerkingtreding op www.rijksoverheid.nl/KEI. ]

  1. Als tijdstip waarop een bericht door de bestuursrechter langs elektronische weg is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter heeft bereikt. Na elke indiening langs elektronische weg ontvangt de indiener een ontvangstbevestiging in het digitale systeem voor gegevensverwerking.
  2. Als tijdstip waarop een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de geadresseerde is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de geadresseerde hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.
  3. Als tijdstip waarop een bericht dat door een partij of een andere betrokkene bij de procedure is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de andere partijen en betrokkenen bij de procedure is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de betrokkenen hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.
  4. Indien een partij of andere betrokkene bij de procedure afziet van digitale bereikbaarheid buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking als bedoeld in het eerste lid, zodat de kennisgeving bedoeld in het tweede en derde lid niet kan worden gezonden, geldt als tijdstip waarop een bericht als bedoeld in deze leden door hem is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht voor hem toegankelijk is geworden in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

[Red: Voor overige gevallen luidt het artikel als volgt: ]

Artikel 8:36c.

1. Als tijdstip waarop een bericht door de bestuursrechter langs elektronische weg is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter heeft bereikt.
2. Als tijdstip waarop een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de geadresseerde is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de geadresseerde hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.
3. Als tijdstip waarop een bericht dat door een partij of een andere betrokkene bij de procedure is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de andere partijen en betrokkenen bij de procedure is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de betrokkenen hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.
4, Indien een partij of andere betrokkene bij de procedure afziet van digitale bereikbaarheid buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking als bedoeld in het eerste lid, zodat de kennisgeving bedoeld in het tweede en derde lid niet kan worden gezonden, geldt als tijdstip waarop een bericht als bedoeld in deze leden door hem is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht voor hem toegankelijk is geworden in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

Dit artikel is met ingang van 12 juni 2017 gewijzigd bij wet van 13 juli 2016, Stb. 2016, 288 (wetsvoorstel 34 059)

[Eindtekst] Artikel 36c

  1. Als tijdstip waarop een bericht door de bestuursrechter langs elektronische weg is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de bestuursrechter heeft bereikt. Na elke indiening langs elektronische weg ontvangt de indiener een ontvangstbevestiging in het digitale systeem voor gegevensverwerking.
  2. Als tijdstip waarop een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de geadresseerde is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de geadresseerde hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.
  3. Als tijdstip waarop een bericht dat door een partij of een andere betrokkene bij de procedure is geplaatst in het in het eerste lid genoemde digitale systeem voor gegevensverwerking door de andere partijen en betrokkenen bij de procedure is ontvangen, geldt het tijdstip waarop de bestuursrechter de betrokkenen hierover een kennisgeving heeft verzonden buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking.
  4. Indien een partij of andere betrokkene bij de procedure afziet van digitale bereikbaarheid buiten het digitale systeem voor gegevensverwerking als bedoeld in het eerste lid, zodat de kennisgeving bedoeld in het tweede en derde lid niet kan worden gezonden, geldt als tijdstip waarop een bericht als bedoeld in deze leden door hem is ontvangen, het tijdstip waarop het bericht voor hem toegankelijk is geworden in het digitale systeem voor gegevensverwerking.

VO = VvW

Memorie van toelichting

Het eerste lid strekt ertoe het tijdstip van ontvangst door de bestuursrechter van een langs elektronische weg verzonden bericht vast te stellen. Dit is in het bijzonder van belang om te kunnen constateren of het bericht tijdig is ontvangen (bijvoorbeeld de tijdige ontvangst van een (hoger) beroepschrift). De formulering sluit aan bij die van artikel 2:17, eerste lid, Awb.

Voor de vraag of een bericht (waaronder ook stukken en mededelingen worden begrepen) is ontvangen, is niet relevant of het daadwerkelijk is geopend en gelezen door de griffier of de bestuursrechter. Of en wanneer het wordt geopend en gelezen behoort tot de verantwoordelijkheid van de griffier c.q. de bestuursrechter. Ten aanzien van conventionele post ligt dit niet anders; daar staat de ontvangst ook los van de kennisname van de inhoud van het bericht. Van elk stuk dat wordt ingediend via het digitale systeem voor gegevensverwerking wordt aan de indiener een ontvangstbevestiging verstrekt in dit digitale systeem. Vergeleken met de conventionele weg is de extra inspanning van het bevestigen langs elektronische weg buitengewoon gering. De ontvangstbevestiging kan immers volledig geautomatiseerd plaatsvinden. De ontvangstbevestiging betekent niet meer dan de enkele bevestiging van de ontvangst van het ingediende stuk. Zij houdt derhalve geen beoordeling in of het beroepschrift voldoet aan artikel 6:5 of dat het tijdig is ingediend.

Het tweede lid strekt ertoe het tijdstip van ontvangst door de geadresseerde vast te stellen van een bericht dat door de bestuursrechter is geplaatst in het digitale systeem voor gegevensverwerking. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om correspondentie aan partijen zoals een verzoek om een verweerschrift in te dienen voor een bepaalde datum of een uitnodiging voor de zitting. Het tijdstip waarop de rechtspraak de geadresseerde een notificatiebericht stuurt waar uit blijkt dat er een bericht voor hem toegankelijk is (hetzij in «Mijn Zaak», hetzij via system-to-system), is het tijdstip waarop de geadresseerde dat bericht heeft ontvangen. Een dergelijke vaststelling is van belang als vanaf dat tijdstip bepaalde termijnen gaan lopen, zoals de termijn om hoger beroep in te stellen. De notificatieberichten zullen automatisch door het digitale systeem worden verzonden. Om een dergelijk bericht te kunnen ontvangen zullen partijen en betrokkenen een digitaal adres moeten opgeven waar de notificatieberichten naar toe kunnen worden gestuurd. Hoewel notificatieberichten verschillende digitale vormen kunnen hebben, denkt de Rechtspraak er vooralsnog aan om de notificatieberichten per e-mail te gaan verzenden. Het verzenden van notificatieberichten door bestuursorganen heeft thans geen zelfstandige juridische betekenis. Artikel 2:17, eerste lid, Awb staat daar aan in de weg (zie ook CRvB 7 augustus 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1216). In het digitale systeem voor gegevensverwerking van de gerechten heeft de verzending van notificatieberichten wel relevante juridische betekenis.

Het derde lid strekt ertoe het tijdstip vast te stellen waarop partijen of andere betrokkenen bij de procedure een stuk of bericht hebben ontvangen dat door een andere partij of betrokkene bij de procedure langs elektronische weg is ingediend. Het gaat dan bijvoorbeeld om een verweerschrift of om schriftelijke inlichtingen waar de rechter om heeft verzocht. Een dergelijk bericht is op grond van het eerste lid door de bestuursrechter langs elektronische weg ontvangen, zodra het bericht het digitale systeem voor gegevensverwerking van de gerechten heeft bereikt. Voor de wederpartij en voor andere betrokkenen geldt echter dat het bericht pas is ontvangen op het tijdstip dat hem een notificatiebericht is verstrekt buiten het digitale systeem. Bij indiening via system-to-system vallen deze tijdstippen namelijk niet noodzakelijk samen. Ook van het toegankelijk worden van nieuwe stukken en berichten van anderen dan de rechter of de griffier worden notificatieberichten verzonden. Alle betrokkenen kunnen indien zij dat wensen een notificatiebericht ontvangen. Dit geldt dus ook voor de afzender. Voor hem kan het immers relevant zijn te weten wanneer het stuk voor de andere deelnemers aan de procedure toegankelijk is geworden. Voor de notificatieberichten geldt dat deze uitsluitend vermelden dat er een nieuw bericht in «Mijn Zaak» toegankelijk is geworden of klaar staat in het digitale systeem van de gerechten om via de system-to-systemkoppeling te worden opgehaald. Om van de inhoud kennis te kunnen nemen, moet dus worden ingelogd of moet het bericht worden opgehaald via system-to-system.

Overigens dient de bestuursrechter de ontvangst van het langs elektronische weg ingediende stuk schriftelijk te bevestigen. Dit is volgt uit de laatste volzin van artikel 8:36c, eerste lid. Van elektronisch ingediende stukken zal de ontvangst evenwel langs elektronische weg worden bevestigd. Vergeleken met de conventionele weg is de extra inspanning van het bevestigen langs elektronische weg buitengewoon gering. De ontvangstbevestiging kan immers volledig geautomatiseerd plaatsvinden. De ontvangstbevestiging betekent niet meer dan de enkele bevestiging van de ontvangst van het ingediende stuk. Zij houdt derhalve geen beoordeling in of het beroepschrift voldoet aan artikel 6:5 of dat het tijdig is ingediend.

Van de ontvangst van notificatieberichten kan desgewenst worden afgezien. Indien een betrokkene daarvoor kiest geldt ingevolge het vierde lid als tijdstip van ontvangst van een bericht, het tijdstip waarop dit bericht voor hem toegankelijk is geworden in «Mijn Zaak» of via system-to-system. Tijdens de consultatie is gebleken dat niet iedereen prijs stelt op notificatieberichten. Om hieraan tegemoet te komen is erin voorzien dat van die berichten kan worden afgezien. Wie die keuze maakt is zelf verantwoordelijk voor het tijdig controleren of er nieuwe berichten zijn in het systeem.

Share This