Artikel 8:51

1. De bestuurechter kan aan de griffier opdragen een onderzoek ter plaatse in te stellen. Deze heeft daarbij toegang tot elke plaats voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de hem opgedragen taak nodig is. De bestuursrechter is bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden.
2. Artikel 8:50, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Van het onderzoek wordt door de griffier een proces-verbaal opgemaakt, dat door hem wordt ondertekend.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1994 ingevoerd bij wet van 16 december 1993 Stb. 650 (wetsvoorstel 22 495)

[bron: PG Awb II, p. 446]

[Eindtekst] Artikel 8:51 [8.2.2.10]
1. De rechtbank kan aan een door haar aangewezen gerechtsauditeur of aan de griffier opdragen een onderzoek ter plaatse in te stellen. Deze heeft daarbij toegang tot elke plaats voorzover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de hem opgedragen taak nodig is. De rechtbank is bevoegd tot het geven van een machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden.
2. Artikel 8:50, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Van het onderzoek wordt door de gerechtsauditeur of de griffier een proces‑verbaal opgemaakt, dat door hem wordt ondertekend.

Tekst RvS Dit artikel is in de Tekst RvS niet opgenomen.

VvW Dit artikel is in het VvW niet opgenomen.

Tweede nota van wijziging

1. De rechtbank kan aan een door haar aangewezen gerechtsauditeur of aan de griffier opdragen een onderzoek ter plaatse in te stellen. Deze heeft daarbij toegang tot elke plaats voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de hem opgedragen taak nodig is. De rechtbank is bevoegd tot het geven van een machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden.
2. Artikel 8:50, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Van het onderzoek wordt door de gerechtsauditeur of de griffier een proces‑verbaal opgemaakt, dat door hem wordt ondertekend.

Dit artikel is met ingang van 1 januari 1994 gewijzigd bij wet van 23 december 1993 Stb. 690 (wetsvoorstel 23 258).

[bron: PG Awb II, p. 446]

[Eindtekst] Artikel 8:51
1. De rechtbank kan aan een door haar aangewezen gerechtsauditeur of aan de griffier opdragen een onderzoek ter plaatse in te stellen. Deze heeft daarbij toegang tot elke plaats voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van de hem opgedragen taak nodig is. De rechtbank is bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden.
2. Artikel 8:50, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Van het onderzoek wordt door de gerechtsauditeur of de griffier een proces‑verbaal opgemaakt, dat door hem wordt ondertekend.

Nota van wijziging

Artikel 8.2.2.10, eerste lid, derde volzin, komt te luiden: De rechtbank is bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden.

Dit artikel is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd bij wet van 20 december 2012, Stb. 2012, 682 (Wet aanpassing bestuursprocesrecht; kamerstukken 32 450)

[Eindtekst] Artikel 8:51, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. In de eerste volzin wordt «De rechtbank kan aan een door haar aangewezen gerechtsauditeur» vervangen door: De bestuursrechter kan aan een door hem aangewezen gerechtsauditeur.
2. In de derde volzin wordt «rechtbank» vervangen door: bestuurs-rechter.

Voorontwerp

Artikel 8:51, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. In de eerste volzin wordt “De rechtbank kan aan een door haar aangewezen gerechtsauditeur” vervangen door: De bestuursrechter kan aan een door hem aangewezen gerechtsauditeur.
2. In de tweede volzin wordt “rechtbank” vervangen door: bestuursrechter.

Voorstel van wet

Artikel 8:51, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. In de eerste volzin wordt “De rechtbank kan aan een door haar aangewezen gerechtsauditeur” vervangen door: De bestuursrechter kan aan een door hem aangewezen gerechtsauditeur.
2. In de derde volzin wordt “rechtbank” vervangen door: bestuursrechter.

Memorie van toelichting

Zie Memorie van toelichting bij artikel 8:46.

Dit artikel is met ingang van 23 december 2014 gewijzigd bij wet van 26 november 2014, Stb. 2014, 540 (Wet tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten; kamerstukken 33 951)
Voorstel van wet

Artikel 8:51 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: aan een door hem aangewezen gerechtsauditeur of.
2. In het derde lid vervalt: de gerechtsauditeur of.

 

 

Share This