Artikel 8:106

1. De werking van een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van hoger beroep is verstreken of, indien hoger beroep is ingesteld, op het hoger beroep is beslist, indien:
a. de uitspraak betreft een besluit als bedoeld in artikel 9 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of
b. tegen de uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld bij een gerechtshof.
2. Het eerste lid geldt niet indien de uitspraak een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit betreft.

 

Dit artikel is met ingang van 1 januari 2013 ingevoegd bij wet van 20 december 2012, Stb. 2012, 682 (Wet aanpassing bestuursprocesrecht; kamerstukken 32 450)
Voorontwerp [ 8:91]

De werking van een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van hoger beroep is verstreken of, indien hoger beroep is ingesteld, op het hoger beroep is beslist, indien:
a. de uitspraak betreft een besluit als bedoeld in artikel 6 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of
b. tegen de uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof.

Voorstel van wet

De werking van een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van hoger beroep is verstreken of, indien hoger beroep is ingesteld, op het hoger beroep is beslist, indien:
a. de uitspraak betreft een besluit als bedoeld in artikel 9 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of
b. tegen de uitspraak hoger beroep kan worden ingesteld bij een gerechtshof.

Memorie van toelichting

Dit artikel regelt in welke gevallen het hoger beroep schorsende werking heeft. Onderdeel a komt overeen met het huidige artikel 19 Beroepswet. Onderdeel b komt overeen met artikel 27h, vijfde lid, AWR, zoals dit sedert 1 januari 2005 luidt.

Nota van wijziging

Artikel 8:106 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid geldt niet indien de uitspraak een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit betreft.

Het toegevoegde tweede lid regelt dat het hoger beroep geen opschortende werking heeft als de uitspraak van de rechtbank een beroep betreft tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit lid vervangt het gelijkluidende tweede lid van artikel 19 van de Beroepswet, dat is toegevoegd met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen.

.

Share This