Artikel 9:3

Tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een gedraging van een bestuursorgaan kan geen beroep worden ingesteld.

 

Dit artikel is met ingang van 31 maart 2004 ingevoerd bij wet van 12 mei 1999 Stb. 214 (wetsvoorstel 25 837).

VvW = Eindtekst

Memorie van toelichting

Als regel zal een beslissing in het kader van de behandeling van een klacht geen besluit zijn. Voor zover besluiten worden genomen over de behandeling van een klacht, staat daartegen ingevolge het voorgestelde artikel 9:3 geen beroep en, gelet op het stelsel van de Awb, dus ook geen bezwaar open. Dit geldt bij voorbeeld voor het besluit om op grond van artikel 9:5 de klacht niet verder te behandelen overeenkomstig afdeling 9.2 of het besluit de klacht niet in behandeling te nemen op grond van artikel 9:8, eerste lid.
In beide gevallen kan over de handelwijze van het bestuursorgaan in beginsel een klacht worden ingediend bij de Nationale ombudsman, mits deze althans bevoegd is klachten over het desbetreffende bestuursorgaan in behandeling te nemen. De hier bedoelde besluiten over de behandeling zijn uitgesloten van beroep, teneinde een onnodige opeenstapeling van procedures te voorkomen. Bovendien zou de klachtbehandeling er te zeer haar informele karakter door verliezen. Het resultaat van de afhandeling van de klacht, uitmondend in de schriftelijke inkennisstelling van de bevindingen van het onderzoek en de conclusies, is geen besluit in de zin van de Awb. In de toelichting op artikel 9:12 wordt daarop nader ingegaan. Indien naar aanleiding van de conclusies van het klachtonderzoek een besluit wordt gewijzigd of ingetrokken of een (nieuw) besluit wordt genomen staat daartegen uiteraard, zo deze aanwezig is, de geëigende rechtsgang open. Een dergelijk besluit is immers geen besluit inzake de behandeling van een klacht als bedoeld in artikel 9:3.

Verslag

Waarom wordt deze bepaling niet in hoofdstuk 8 van de wet opgenomen, zo vragen de leden van de VVD-fractie, de D66-fractie en de SGP-fractie, meer specifiek in afdeling 8.1.1?

Nota naar aanleiding van het verslag

De leden van de fracties van VVD, D66 en SGP vragen waarom de bepaling van artikel 9:3 niet in hoofdstuk 8, meer specifiek in afdeling 8.1.1, is geregeld. Artikel 9:3 bepaalt dat tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een gedraging van een bestuursorgaan geen beroep kan worden ingesteld. Het gaat daarbij om een uitzondering op de hoofdregel van artikel 8:1, die luidt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de rechtbank. Andere uitzonderingen op deze hoofdregel zijn geregeld in afdeling 8.1.1. In dat licht bezien lijkt het voor de hand te liggen om de uitzondering die in artikel 9:3 is omschreven, onder te brengen bij afdeling 8.1.1. Toch meent de regering dat de uitzondering van artikel 9:3 beter in afdeling 9.1 past. Hoofdstuk 9 beoogt complementair te zijn aan de regeling van bezwaar en beroep tegen besluiten. Het vormt een min of meer zelfstandig, afgerond geheel. Dat zou worden doorbroken indien de bepaling van artikel 9:3 in een ander hoofdstuk zou worden geregeld. Artikel 9:3 staat daarin niet geheel op zichzelf. In artikel 6:13 is eveneens een uitzondering op de hoofdregel van artikel 8:1 geregeld. Ook hier was de overweging dat de betreffende bepaling beter thuis hoort in de context van het specifieke hoofdstuk dan in de algemene bepalingen van afdeling 8.1. Overigens zal – zoals ook in de memorie van toelichting bij artikel 9:3 is aangegeven – een beslissing in het kader van de behandeling van een klacht meestal geen besluit in de zin van de Awb zijn, namelijk wanneer deze niet is gericht op rechtsgevolg. Wel is het mogelijk dat het bestuursorgaan naar aanleiding van een klachtprocedure een (nieuw) besluit neemt. Daartegen staat dan wel bezwaar en beroep open.

 

Share This