Artikel 9:19

1. Indien naar het oordeel van de ombudsman ten aanzien van de in het verzoekschrift bedoelde gedraging voor de verzoeker de mogelijkheid van bezwaar, beroep of beklag openstaat, wijst hij de verzoeker zo spoedig mogelijk op deze mogelijkheid en draagt hij het verzoekschrift, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, aan de bevoegde instantie over, tenzij de verzoeker kenbaar heeft gemaakt dat het verzoekschrift aan hem moet worden teruggezonden.
2. Artikel 6:15, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

 

Dit artikel is met ingang van 15 maart 2005 ingevoerd bij wet van 3 februari 2005 Stb. 71 (wetsvoorstel 28 747)

VO [9.2.1.3] = VvW,  behoudens lid 1 dat in het VO luidde:
1. Indien naar het oordeel van de ombudsman ten aanzien van de in het verzoekschrift bedoelde gedraging voor de verzoeker de mogelijkheid van bezwaar, beroep of beklag openstaat, verwijst hij hem onverwijld naar de bevoegde instantie en draagt hij het verzoekschrift, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, aan die instantie over.

VvW=Eindtekst

Memorie van toelichting

In artikel 13 van de WNo (oud) is een uitgebreide doorzendregeling getroffen voor gevallen waarin naar het oordeel van de Nationale ombudsman tegen de in het verzoekschrift bedoelde gedraging een – in de terminologie van de WNo (oud) – wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening openstaat. Deze bepaling kan in vereenvoudigde vorm worden overgebracht naar de Awb. Van belang bij deze doorzendplicht is dat in verband met eventuele ontvankelijkheidsvragen het tijdstip van ontvangst bij de ombudsman wordt vastgelegd. Voor de toepassing van de regeling waarop de openstaande voorziening berust, geldt daarom
het tijdstip, waarop het verzoekschrift door de ombudsman is ontvangen, als het tijdstip waarop de zaak bij de in die regeling bedoelde instantie aanhangig is gemaakt. Voorgesteld wordt artikel 6:15, derde lid, van overeenkomstige toepassing te verklaren. Overigens is deze bepaling aangepast door middel van de Eerste evaluatiewet Awb. Voor de vraag hoe verder moet worden omgegaan met het geschrift (bijvoorbeeld vanwege de vereisten waaraan het geschrift moet voldoen) door de instantie waarnaar het door de ombudsman is toegezonden, geldt artikel 6:15, derde lid. In de nieuwe redactie luidt deze regeling als volgt: het tijdstip van indiening bij het onbevoegde orgaan is bepalend voor de vraag of het bezwaar of beroepschrift tijdig is ingediend, behoudens in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.

Share This