Artikel 9:27

1. De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft gedragen.
2. Indien ten aanzien van de gedraging waarop het onderzoek van de ombudsman betrekking heeft door een rechterlijke instantie uitspraak is gedaan, neemt de ombudsman de rechtsgronden in acht waarop die uitspraak steunt of mede steunt.
3. De ombudsman kan naar aanleiding van het door hem verrichte onderzoek aan het bestuursorgaan aanbevelingen doen.

 

Dit artikel is met ingang van 15 maart 2005 ingevoerd bij wet van 3 februari 2005 Stb. 71 (wetsvoorstel 28 747)
Voorontwerp 

Artikel 9.2.2.6 (9:26)
1. De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft gedragen.
2. De ombudsman kan aan het bestuursorgaan aanbevelingen doen.
3. Indien ten aanzien van de gedraging waarop het onderzoek van de ombudsman betrekking heeft door een rechterlijke instantie uitspraak is gedaan, neemt de ombudsman de rechtsgronden in acht waarop die uitspraak steunt of mede steunt.

VvW = Eindtekst

Memorie van toelichting

Het toetsingscriterium van de ombudsman is of het bestuursorgaan zich al dan niet behoorlijk heeft gedragen. Voor de goede orde wijzen wij erop dat dit oordeel geen besluit in de zin van de Awb is. Artikel 9:27 regelt verder de bevoegdheid van een ombudsman om aanbevelingen te doen. De WNokende de term »aanbeveling» niet, maar in de rapporten en jaarverslagen van de Nationale ombudsman wordt hij veelvuldig gebruikt. De klachtinstantie neemt de rechtsgronden waarop een rechterlijke uitspraak over een onderzochte gedraging (mede) steunt, in acht. Daartoe is in het tweede lid een bepaling gelijk aan artikel 26, tweede lid, van de WNo (oud) opgenomen.

 

Share This