Een subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen wordt verleend voor een bepaald tijdvak, dat in de beschikking tot subsidieverlening wordt vermeld.
Dit artikel is met ingang van 1 januari 1998 ingevoegd bij wet van 20 juni 1996 Stb. 333 (wetsvoorstel 23 700)
[bron: PG Awb III, p. 214-215]
VO = VvW
Tekst RvS = VvW
VvW = Eindtekst [4.2.3.4]
Memorie van toelichting
Dit artikel heeft betrekking op subsidies, waarbij niet een eenmalig bedrag wordt toegekend, maar een bedrag per maand of per jaar dat de ontvanger aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dergelijke voortdurende subsidies worden doorgaans verleend voor voortdurende of periodieke activiteiten. Deze activiteiten kunnen van onbepaalde duur zijn: men denke aan het exploiteren van een instelling. Ook in dat geval is het echter ongewenst dat de subsidie voor onbepaalde tijd verleend wordt. De ervaring heeft geleerd, dat eenmaal bestaande situaties te gemakkelijk automatisch worden voortgezet. Uit een oogpunt van een doelmatige besteding van overheidsgelden is het daarom gewenst, dat bij iedere subsidie periodiek wordt onderzocht of zij kan en moet worden voortgezet.
Indien het bestuursorgaan een zekere beleidsvrijheid heeft bij het al of niet verlenen van de subsidie, zal dit periodiek onderzoek mede betrekking hebben op nut en noodzaak van de subsidie. Wanneer een wettelijke regeling de ontvanger een recht op subsidiëring geeft zolang aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zal het periodieke onderzoek daarentegen uitsluitend betrekking kunnen hebben op de vraag of deze voorwaarden nog steeds vervuld zijn. Dat laat overigens de wenselijkheid om ook in deze gevallen de subsidieregeling zelf periodiek te evalueren onverlet; verwezen zij naar de toelichting bij artikel 4.2.1.4.
Teneinde bestuursorganen tot een periodiek onderzoek van de wenselijkheid van voortzetting van een subsidie te stimuleren, is in artikel 4.2.3.4 bepaald dat de hier bedoelde subsidies slechts voor bepaalde tijd mogen worden verleend. Erkend zij, dat aldus niet gegarandeerd wordt dat de subsidie na afloop van het tijdvak waarvoor zij is verleend ook werkelijk integraal wordt heroverwogen, doch verwacht mag worden dat van de noodzaak periodiek opnieuw te beslissen in ieder geval een stimulans in die richting uitgaat.
Opgemerkt zij, dat ingevolge artikelen 4.2.6.4 de subsidie na afloop van de periode waarvoor zij is verleend niet zonder meer kan worden beëindigd. Verwezen zij naar de toelichting bij dat artikel.
Er is van afgezien in de Algemene wet bestuursrecht een grens te stellen aan de duur van het tijdvak waarvoor een subsidie in de vorm van periodieke bijdragen kan worden verleend. Meer in het bijzonder is niet beoogd de verlening van een subsidie voor meer jaren uit te sluiten. In de praktijk blijkt in een aantal gevallen behoefte te bestaan aan de mogelijkheid van meerjarige subsidies, teneinde de ontvanger een grotere mate van rechtszekerheid te bieden. Dat kan bijvoorbeeld gewenst zijn, wanneer de subsidie wordt verleend voor een meerjarig project, waarvoor de ontvanger ook uit eigen middelen investeringen moet doen.